Stoplicht in twee richtingen:
De functie van stoplicht in twee richtingen is in hoofdzaak gericht op de beheersing van de stroom van voertuigen in beide rijrichtingen door
de door de wegbarrière gecontroleerde doorgang. Voor iedere rijrichting wordt een andere instructie ingesteld voor de openingsmanoeuvre:
P.P. om binnen te rijden en P.P 2 (Open) om uit te rijden; vervolgens worden twee stoplichten geïnstalleerd, met aan de uitgangen Lampje
S.C.A. en Gebruikerslicht gekoppelde signaleringen Rood en Groen.
Normaal zijn de twee uitgangen uitgeschakeld, en zo ook de twee lichten van de stoplichten; wanneer een instructie wordt gegeven met P.P.
om in te rijden, start de beweging en wordt de uitgang Lampje S.C.A. geactiveerd, en zo heeft men groen licht om in te rijden en rood licht
om uit te rijden. Als daarentegen de instructie om te openen wordt gegeven met P.P 2, wordt de uitgang Gebruikerslicht geactiveerd, men
heeft zo groen licht om uit te rijden en rood licht om in te rijden. Het licht blijft gedurende de hele openingsfase en de daaropvolgende pau-
zefase branden, in de sluitfase daarentegen worden zowel de groene als de rode lichten geactiveerd (het resultaat is geel) om aan te geven
dat er geen voorrang meer in de doorgang is (zie tabel).
Rood
Groen
Betekenis:
OFF
OFF
Slagboom gesloten, doorgang in beide richtingen belemmerd
OFF
ON
Slagboom open, doorgang vrij
ON
OFF
Slagboom open, doorgang bezet
ON
ON
Slagboom in sluitmanoeuvre of doorgang niet gecontroleerd
De twee uitgangen Lampje P.O en Gebruikerslicht kunnen rechtstreeks kleine 24 Vcc lampen aansturen, voor een totaal per uitgang van maxi-
maal 10 W. Als het nodig is om lampen met een groter vermogen te gebruiken, verdient het aanbeveling om relais te gebruiken die worden
aangestuurd door de uitgangen van de besturingseenheid en die op hun beurt de lampen van het stoplicht aansturen.
6) Eindtest
!
Dit is de belangrijkste fase bij de aanleg van de automatisering
teneinde een zo groot mogelijke veiligheid te garanderen. De eind-
test kan ook als periodieke controle voor de verschillende inrichtin-
gen van de automatisering gebruikt worden.
De eindtest van de gehele installatie dient door ervaren en gekwalifi-
ceerde technici verricht te worden. Zij moeten ook bepalen welke
tests in functie van de bestaande risico's noodzakelijk zijn en con-
troleren of de wettelijke voorschriften, regelgeving en regels en met
name alle vereisten van norm EN 12445, waarin de testmethodes
voor de controle van automatiseringen voor poorten bepaald zijn, in
acht genomen zijn. Het is raadzaam in handbediende modus te wer-
ken waarbij alle functies gedeactiveerd zijn (dipschakelaar Off); in elk
geval komt de motor bij de handbediende modus onmiddellijk tot
stilstand door de bedieningstoets los te laten.
Voor elk afzonderlijk onderdeel van het automatisme, zoals bijvoor-
beeld contactlijsten, fotocellen, noodstop, etc. is een specifieke fase
in de eindtest vereist; voor deze inrichtingen zullen de procedures uit
de desbetreffende handleidingen gevolgd moeten worden.
82
Controleer dat de voorschriften in deze handleiding en met name die
vervat in hoofdstuk 1 "Aanbevelingen" nauwgezet in acht genomen
zijn;
A) Controleer of de slagboom goed in balans is, stel eventueel de
balansveer af.
Ontgrendel de barrière met behulp van de hiervoor bestemde
sleutel en controleer of de slagboom zijn hele beweging kan uit-
voeren zonder dat hiervoor bijzondere kracht vereist is.
B) Zet de besturingseenheid onder spanning, controleer dat er tus-
sen de klemmetjes 1-2 en 1-3 een spanning van 230 / 120 Vca
staat en op de klemmetjes 21-22 van 24 Vcc.
Zodra de besturingseenheid onder spanning komt te staan, moeten
de controlelampjes (leds) op de actieve ingangen gaan branden;
bovendien moet binnen enkele ogenblikken de led "OK" regelmatig
beginnen te knipperen. Als dit niet allemaal gebeurt, dient u onmid-
dellijk de stroomvoorziening te onderbreken en de aansluitingen
nauwkeuriger te controleren.
• De led "OK" die zich midden op de kaart bevindt, heeft tot taak
de status van de interne logica te signaleren: regelmatige knippe-
ren met 1 knippering per seconde geeft aan dat de interne micro-