6.4 Apparaat starten
6.5 Lasproces
Beginnen met lassen
• Trek aan de hendel vergrendeling heteluchtventilator (15), laat de heteluchtventilator (10) zakken en bege-
leid het lasmondstuk (9) tussen de overlappende stroken tot tegen de aanslag.
• De aandrijfmotor start automatisch zodra de heteluchtventilator (10) is vergrendeld.
• U kunt het apparaat op elk moment handmatig met toets bevestigen (33) starten (neem hierbij in acht dat het
symbool Aandrijf in de menukeuze moet zijn geselecteerd).
Apparaat tijdens het lasproces rijden
• Rijdt de heteluchtlasautomaat met geleidingsstang (22, 24) of met draaggreep (5) langs de overlapping, let
hierbij steeds op de positie van de spoorgeleidingsrol (16).
• Voorkom druk op geleidingsstang (22, 24) tijdens het lasproces, omdat dit lasfouten kan veroorzaken.
6.6 Lassen beëindigen
• Trek na het lassen aan de hendel vergrendeling heteluchtventilator (15), schuif de heteluchtventilator (10)
uit tot tegen de aanslag (aandrijfmotor stopt hierdoor) en kantel deze tot het vergrendelingspunt omhoog.
• Kantel vervolgens de spoorgeleidingsrol (16) naar boven.
• Als de werkomgeving en de heteluchtlasautomaat overeenkomstig de beschrijving is
voorbereid, sluit u de heteluchtlasautomaat aan op de netspanning.
• Schakel de heteluchtlasautomaat met hoofdschakelaar(19) aan.
• Na het starten wordt op de display gedurende korte tijd het startscherm met het ver-
sienummer van de actuele software release en de apparaatbenaming weergegeven.
• Indien het apparaat volgens de werkwijze is afgekoeld, wordt een statische weergave
van de ingestelde waarde van het laatst gebruikte profiel (bij de eerste inbedrijfstelling
van het apparaat wordt het basisprofiel weergegeven).
• In deze fase is de verwarming nog niet ingeschakeld!
• Selecteer het bijpassende lasprofiel of stel de lasparameters individueel vast zie Instel-
len van de parameters).
• Schakel nu de verwarming aan (Toets verwarming aan/uit, 31).
Lasproces voorbereiden
• Zodra de verwarming is ingeschakeld, wordt dynamisch de weergave van de luchttem-
peratuur met voortgangsbalk getoond (ingestelde waarde en werkelijke waarde).
• Let erop dat de lastemperatuur is bereikt voordat u met de werkzaamheden begint
(opwarmtijd bedraagt 3 - 5 minuten).
• Maak proeflassen overeenkomstig de lashandleiding van de fabrikant van het mate-
riaal en/of lokale normen of richtlijnen, en controleer het resultaat. Pas eventueel het
lasprofiel aan.
93