6.1 Groepsobjecten
De groepsobjecten die zijn aangeduid met '(set)' zijn write-only objecten voor de besturing van de ComfoConnect
KNX C en/of de ventilatie-unit. Alle andere objecten (zonder '(set)') zijn read-only objecten die de huidige waarde
lezen. Standaard worden de write-only objecten geflagd met C-WTUI en de read-only objecten met CR-T--.
In het geval van een I (Read On Init) flag, ook de T (Transmit) flag instellen.
Object
1
Ventilation Preset
1
Ventilation Preset
(set)
Ventilation Preset Away
Ventilation Preset 1
Ventilation Preset 2
Ventilation Preset 3
Ventilation Preset Away (set)
Ventilation Preset 1 (set)
Ventilation Preset 2 (set)
Ventilation Preset 3 (set)
Auto mode
Auto mode (set)
Temperature profile mode
Temperature profile mode
(set)
Temperature profile
Temperature profile
External setpoint
External setpoint (set)
1
Boost
1
Boost
(set)
Boost time
Boost time (set)
1
Away function
1
Away function
(set)
1
ComfoCool
1
ComfoCool
(set)
Standby
1
ComfoHood
1
Airflow
1
Raadpleeg de handleiding van de ventilatie-unit voor een beschrijving van deze functie.
2
Als er meerdere types worden weergegeven, kan het betreffende type door een parameter worden geconfigureerd. Zie het hoofdstuk 'Parameters'.
8 - NL
Omschrijving
■ 0: Laagste ventilatiestand; de functie Afwezig is ingeschakeld;
■ 1, 2, 3: Ventilatiestand; de functie Afwezig is uitgeschakeld.
Ingeschakeld/actief als de ventilatiestand op 0 (is gezet).
Ingeschakeld/actief als de ventilatiestand op 1 (is gezet).
Ingeschakeld/actief als de ventilatiestand op 2 (is gezet).
Ingeschakeld/actief als de ventilatiestand op 3 (is gezet).
Zet de ventilatiestand op 0.
Zet de ventilatiestand op 1.
Zet de ventilatiestand op 2.
Zet de ventilatiestand op 3.
■ Uitschakelen: Manual Mode. Het KNX systeem bepaalt de ventilatiestanden;
■ Inschakelen: Auto Mode. KNX monitort enkel en de ventilatie unit volgt het interne
tijdprogramma.
De Auto Mode of Manual Mode is bedoeld als vaste instelling. Omschakelen naar
Auto Mode terwijl de ventilatie stand 0 of de afwezigheids functie actief is dient te
worden vermeden.
1
1
■ 0: adaptief
;
1
■ 1: vast
;
1
■ 2: gebruik het object Extern instelpunt om de temperatuurinstelling van de ventilatie-unit in te
stellen in plaats van het object Temperatuurprofiel.
1
■ 0: normaal profiel;
■ 1: koel profiel;
1
(set)
■ 2: warm profiel.
Het instellen van het temperatuurprofiel werkt alleen als de modus Temperatuurprofiel op 0 of 1
staat.
Instelpunt voor de temperatuur van de lucht in het gebouw (= de temperatuur van de afvoerlucht of
de waarde gemeten door een temperatuurvoeler binnen, indien aanwezig). De ventilatie-unit kan de
lucht voorverwarmen of koelen om het ingestelde punt te bereiken.
Het instellen van het instelpunt werkt alleen als de modus Temperatuurprofiel mode op 2 staat.
■ Uit: normaal;
■ Aan: boost ingeschakeld (dit betekent dat de ventilatiestand 3 is).
Als dit object wordt geactiveerd, wordt boost ingeschakeld gedurende de tijd zoals aangegeven
door Boosttijd.
Boosttijd in seconden.
De waarde 65535 s (ongeveer 18,2 uur) wordt beschouwd als 24 uur. Dit object wordt alleen
gebruikt om boost in te stellen nadat deze is geactiveerd; er is geen aanduiding van de resttijd dat
boost ingeschakeld blijft.
■ Uit: betekent een ventilatiestand van 1 of hoger;
■ Aan: betekent een ventilatiestand van 0, en de ComfoCool is uit.
Uit: de ComfoCool is altijd uit, ongeacht de ingestelde temperatuurwaarde;
Aan: de ventilatie-unit bepaalt of de ComfoCool ingeschakeld moet worden.
Uit: normaal bedrijf;
Aan: de ventilatie-unit staat in service modus; er is tijdelijk geen ventilatie.
Huidige status van de ComfoHood.
Staat voor de toevoerventilator in de ventilatie-unit. (FAN_SUP)
2
Type
5.010
1.001
1.017
1.001
1.017
1.003
5.010
5.010
5.001
9.001
9.002
9.027
1.001
1.017
7.005
1.001
1.001
1.001
1.001
5.001
9.025
13.002