• Controleer regelmatig de voedingskabel. Als de voedingskabel beschadigd is, moet het door de fabrikant, zijn reparatie dienst of een
gekwalificeerde technicus worden vervangen, om het gevaar te vermijden.
AFWIJKINGEN, OORZAKEN, OPLOSSINGEN
SYMPTOMEN
De draad aanvoer is niet constant.
De aanvoer motor werkt niet.
Slechte draadaanvoer.
Geen lasstroom.
De draad draait niet op de rollers.
De lasrups is poreus.
Zeer grote vonkdelen.
heel erg belangrijk.
Geen gas aan de toorts uitgang.
SPARK MIG 140 & 160
MOGELIJKE OORZAKEN
De spatten verstoppen de opening.
De draad glijdt niet op de rollers.
De rem van de spoel of van de rollers zit te
strak.
Probleem met stroomvoorziening
De mantel die draad leidt is vies of beschadigd.
De rem van de draadspoel zit te strak.
Slechte aansluiting aan het stopcontact.
Slechte aarding.
Vermogen connector buiten gebruik.
De mantel die de draad leidt is verpletterd.
Het blokkeren van de draad in de toorts.
Geen capillaire buis.
De draadaanvoer snelheid is te hoog.
De gasstroom is te laag.
Gasfles is leeg.
Gas kwaliteit is niet voldoende.
Luchtstroom of invloed wind.
Gasbuis is vies.
Slechte draad kwaliteit.
Toestand van het lasoppervlak van slechte
kwaliteit (roest, etc ...)
Boogspanning is te laag of te hoog.
Slechte aarding.
Beschermgas is onvoldoende.
Slechte gasaansluiting.
OPLOSSINGEN
Vervang de contact buis of maak die schoon,
daarna anti hecht middel op doen.
- Controleer de druk op de rollers of vervangt ze.
- Diameter van de draad is niet passend voor de
roller.
- De mantel die draad naar de toorts leidt is niet
passend
Draai de rem en de rollers los.
Controleer of de stroomschakelaar op "ON" staat.
Reinigen of vervangen.
Draai de rem los.
Kijk naar de aansluiting van het stopcontact en
controleer of deze met een enkele fase en geaard
contact gevoed wordt.
Controleer de massa kabel (aansluiting en staat
van de klem).
Controleer de toorts trekker.
Controleer de mantel en de toorts.
Vervangen of schoonmaken.
Controleer de aanwezigheid van de capillaire buis.
Verlaag de aanvoersnelheid van de draad.
Regelbereik tussen 15 en 20 L/min.
Reinigen van het basismetaal.
Vervangen.
Vervangen.
Tocht voorkomen, lasgebied beschermen.
Maak de gasbuis schoon of vervang de buis.
Geschikte MIG-MAG draad gebruiken.
Het werkstuk reinigen voor het lassen.
Lasinstellingen controleren.
Controleer en plaats de aardklem zo dicht moge-
lijk bij het te lassen stuk.
Gasstroom aanpassen.
Kijk of de gasaansluiting aan de motor kant goed
aangesloten is.
NL
43