NEW PROGRAMMA VOOR NIEUWE ACCU (1 UUR):
De accuspanning is minder dan 12 V; dit is niet normaal voor een nieuwe, droog geladen accu die recent volgens de
fabrieksinstructies met accuzuur werd gevuld en waarbij het accuzuur minstens gedurende 60 minuten heeft kunnen rusten
voordat de accu op de lader wordt aangesloten. De accu kan onomkeerbare schade hebben zoals een kortgesloten cel. LAAD OF
GEBRUIK DE ACCU NIET.
Selecteer voor een nieuwe in de fabriek geactiveerde AGM- of GEL-accu die tijdens langdurige opslag eventueel lading heeft
verloren, het 2A- of 4A-programma naar gelang de accuparameters en probeer opnieuw.
Deze modus is uitgeschakeld bij NIEUWE accu's.
VOLUMElading – LED #6 brandt constant: De ampmatic™ regeling- en controlestand voor de laadstroom bepaalt automatisch
de efficiëntste laadstroom voor de aangesloten accu op basis van de laadtoestand, de conditie en het opslagvermogen van de
accu. De geleverde stroom kan tussen 0,4 A en 4 A liggen.
FINALE lading – LED #6 knippert: De modus voor de FINALE LADING start wanneer de spanning voor de eerste keer 14,3 V
bedraagt tijdens de VOLUMELADING.
Pulsmatige egalisatie: Wanneer de accu zo vol geladen is als zijn basisconditie toelaat, levert de ampmatic™-stroomregeling
gedurende 10 minuten stroompulsen zodat de accuspanning tussen 13,7 V en 14,3 V schommelt om de spanning in de
individuele cellen van de batterij te egaliseren.
Controlestap: Het laadniveau van de accu wordt gecontroleerd. Wanneer de accu nog verder moet worden geladen, keert het
programma terug naar pulsmatige egalisatie.
Nota Om veiligheidsredenen is de totale laadtijd beperkt tot 1 uur.
De levering van stroom aan de accu wordt gedurende 10 minuten onderbroken, zodat het programma kan bepalen of de accu in
staat is om de lading vast te houden. Voor accu's in een gezonde conditie zou LED #7 (groen) tijdens deze 30 minuten continu
moeten blijven knipperen. Raadpleeg de tabel "VROEGE TEKENEN VAN ACCUPROBLEMEN" op pagina 2 voor andere
ledindicaties dan LED #5 (groen). Er is sprake van een ernstig probleem wanneer de accu niet in staat is om voldoende lading
vast te houden gedurende de testperiode van 12 uur. Lees de paragraaf OPMERKINGEN OVER DE TESTRESULTATEN over de
redenen voor slechte resultaten of over het testen van een accu die een goed resultaat laat zien, maar niet voldoende vermogen
kan leveren wanneer hij weer in gebruik wordt genomen.
Het laadcircuit levert stroom aan de accu binnen een veilige begrenzing van 13,6 V, terwijl het resultaat van de test op behoud
van spanning wordt weergegeven. Raadpleeg de tabel "VROEGE TEKENEN VAN ACCUPROBLEMEN" op pagina 2 voor andere
ledindicaties dan LED #7 (groen). Een uitgebreidere beschrijving van de automatische onderhoudscyclus voor langdurige
accuopslag is te vinden in de paragraaf AUTOMATISCH ACCUONDERHOUD.
2A- / 4A-PROGRAMMA voor GEBRUIKTE / VERWAARLOOSDE accu's:
(
of NIEUWE accu's die langdurig werden opgeslagen na een eerste activatie
DIEP ONTLADEN VERWAARLOOSDE ACCU's:
accu uit het voertuig worden verwijderd en worden gecontroleerd voordat de lader op de accu wordt aangesloten en een
poging wordt gedaan om de accu te herstellen.
LET OP! Het volgende grondig lezen, in het bijzonder voor relatief kleine accu's voor gebruik op bromfietsen, grasmaaiers,
jetski's, sneeuwscooters en dergelijke: Een accu die lange tijd diep ontladen blijft, kan permanente schade ontwikkelen in één of
meer cellen. Deze accu's kunnen oververhitten tijdens het laden. Stop het laden onmiddellijk indien de accu onaangenaam heet
aanvoelt. Controleer de temperatuur van de accu tijdens het eerste uur en daarna om het uur. Kijk uit voor ongewone tekenen zoals
borrelend of lekkend elektrolyt, een verhoogde activiteit in één cel in vergelijking met andere of een sissend geluid. Indien de accu
onaangenaam warm aanvoelt of als u ongewone zaken ziet, ONTKOPPEL DE LADER DAN ONMIDDELLIJK.
NOTA: De TURBO-herstelmodus van de lader kan niet worden ingeschakeld wanneer de lader detecteert dat de accu nog
steeds is aangesloten op het bedradingscircuit van het voertuig. De elektrische weerstand van een aangesloten accu is
namelij k duidelij k lager dan die van de accu alleen. Wanneer een diep ontladen accu voorafgaand aan een herstelpoging niet is
verwij derd, zal dit echter geen schade toebrengen aan de accu of het voertuig.
PREKWALIFICATIETEST: RODE LED #9 knippert
HERSTELLEN/DESULFATEREN: LED #5
LADEN: LED #6
TEST OP BEHOUD VAN LADING: LED #7 knippert
ONDERHOUDSLADEN: LED #7, 8, 9 branden constant
wanneer de accu diep ontladen (en mogelijk gesulfateerd) is, moet de
):
27