Bediening
Capaciteitsberekening voor dienbladenstapelaars
Afbeelding 16
OPMERKING
Werkwijze bij het veranderen van de veerinstelling:
Geplaatste dienbladen verwijderen (voor zover aanwezig).
De veerkast openschroeven.
Instelveren gelijkmatig uit de veergroepen aan- resp. loshaken. Daarbij bij voorkeur de instelveren
loshaken. De basisveren indien mogelijk altijd vast laten. De veren altijd aan de onderzijde losmaken.
Beide stappen moeten zó vaak worden herhaald, tot de afpakhoogte in het bereik van 1,5 tot 2,5 cm ligt.
Indien steeds hetzelfde soort servies wordt gebruikt dan hoeft deze instelling van de afpakhoogte slechts
eenmalig te worden doorgevoerd.
5.3
Capaciteitsberekening voor dienbladenstapelaars
De capaciteit van een dienbladenstapelaar is afhankelijk van het soort gebruikte dienbladen en het aantal
stapels.
Door alle grote fabrikanten worden de noodzakelijke gegevens voor het berekenen van de capaciteit als
volgt aangegeven:
Samen met de stapelhoogte H
worden berekend:
Afbeelding 17
Voorbeeld:
4330041_A0
OTA/47–36 | OTA/53–37 | OTA/58-33 | OTA/53–37 S | OTA/U-BW | OTA-E/BA-4xGN | TAG-1/53-37 | TA-2/53-37 | EBS-T/53-37
Bevestigingspunt met trekveren (exemplarische voorstelling)
Indeling van de veren
De veerindeling moet binnen een verbindingspunt links en rechts t.o.v. hun
midden absoluut symmetrisch zijn, zodat een gelijkmatige wrijvingsarme
geleiding van het stapelplatform is gewaarborgd.
H
: tussen stapelhoogte
Z
H
: hoogte van het eerste dienblad
1
H
: hoogte van n dienbladen
n
n: Aantal dienbladen
van de dienbladenstapelaar kan de capaciteit K per dienbladenstapel
S
K: Capaciteit
H
: Stapelhoogte
S
Tussenstapel hoogte H
bij 11 dienbladen
Z
Hoofdstuk
5
Bladzijde 27
Dienbladenstapelaar