•
Om ongevallen door een per ongeluk
inschakelen van de machine te voorkomen
moet de netstekker uit het stopcontact worden
getrokken, voordat afstellingen aan de
aanslag of de zaagkop worden gedaan. Idem
bij het wisselen van het zaagblad of
accessoires en bij onderhoud van de
machine.
•
Om elektrische schokken te voorkomen
mogen bij het aansluiten van de stekker op
het stopcontact, de metalen stiften op geen
enkele wijze worden aangeraakt.
•
Gebruik het snoer niet om de stekker uit het
stopcontact te trekken. Bescherm het snoer
tegen olie, warmte, en scherpe kanten.
•
Breng nooit een reinigingsmiddel of glijmiddel
aan op een nog draaiend zaagblad.
•
Om brand te voorkomen mag de machine
nooit in de nabijheid van ontvlambare
vloeistoffen, dampen of gassen worden
gebruikt.
•
Vermijd verwondingen die door gebruik van
niet originele toebehoren kunnen ontstaan.
•
Selecteer het zaagblad juiste zaagblad in
relatie met het te zagen materiaal.
•
Zorg ervoor dat tijdens de werking de
terugklapplaat goed werkt. Deze moet vrij
bewegen en moet zelf kunnen sluiten. Hij mag
nooit open blijven staan.
•
Niet met materialen die asbest bevatten
werken.
•
Bescherm het zaagblad tegen stoten en
schokken. Geen zijwaartse druk uitoefenen
op het zaagblad.
Aanvullende veiligheidsinstructies
1. Bij gebruik van zaagbladen met
koolstofgeharde metalen tanden (carbon
tipped) wordt aangeraden om bladen te
gebruiken met een negatieve of enigszins
positieve zaaghoek. Gebruik geen
zaagbladen met diepe tanden. Deze kunnen
de beschermkap raken.
2. Let op: Monteer eerst zorgvuldig alle
onderdelen voordat u met het werk begint.
Volg de aangegeven procedures.
3. Indien u niet vertrouwd bent met dit soort
machines kunt u zich het beste eerst laten
informeren door een vakman, een instructeur
of een technicus.
4. Klem of druk het werkstuk altijd stevig tegen
de zaaggeleider voordat u dit proces uitvoert.
Het gebruik van alle mogelijke klemmen
heeft de voorkeur boven het gebruik van uw
handen.
5. Belangrijk: Als u het werkstuk voor de
huidige werkzaamheden met de hand moet
vasthouden, houd dan een minimale afstand
aan van 100 mm vanaf het zaagblad.
6. Druk het werkstuk altijd tegen de zaagtafel.
7. Houd het zaagblad scherp en controleer
regelmatig of het blad vrij en zonder
abnormale vibraties kan draaien. Vervang het
zaagblad indien nodig.
8. Laat de machine onbelast op het maximale
toerental komen voordat u met het werk
begint.
9. Houd de luchtinlaten aan de achter- en
onderzijde van de zaagbank en de
elektromotor schoon om de levensduur van
de machine te verlengen. Stofophopingen
moeten worden verwijderd.
10. Vergrendel altijd de verschillende instellingen
voordat u aan het werk gaat.
11. Gebruik uitsluitend passende zaagbladen
die zijn goedgekeurd voor een maximum
toerental van 4500 rpm.
12. Gebruik uitsluitend de juiste zaagbladen. Te
kleine of te grote zaagbladen zijn bijzonder
gevaarlijk.
13. Controleer de zaagbladen regelmatig op
onvolkomenheden. Vervang het zaagblad
indien nodig.
14. Smeer een nieuw zaagblad en maak de
flenzen schoon voordat u het zaagblad
monteert. Monteer het zaagblad in de juiste
richting en zet de flenzen met de centrale
moer stevig vast.
15. Gebruik uitsluitend originele flenzen. Andere
types zijn niet bruikbaar.
16. Werk nooit zonder de beschermkap op de
zaag.
17. Ook het bewegende deel van de
beschermkap mag niet worden verwijderd.
18. Smeer het zaagblad nooit terwijl het draait.
19. Houd uw handen altijd uit het pad van de
zaagbladen.
20. Pak het werkstuk nooit bij of achter het
zaagblad met de handen vast.
21. Zorg ervoor dat het werkstuk nooit met het
zaagblad in aanraking komt voordat de
machine is ingeschakeld.
22. Met deze machine kan geen metaal of steen
worden verwerkt.
23. Maak gebruik van hulpstukken om lange
werkstukken te ondersteunen.
NL
25