Bedieningsvoorschrift
Vacuümpompen
Uitvoeringen
Dit bedieningsvoorschrift geldt voor de volgende
draaischuifvacuümpompen met doorloopsmering:
VLB
eindvacuüm 30 mbar (abs.)
De capaciteit bij vrije aanzuiging bedraagt: 10, 25, 40,
80 en 100 m
3
/h. Het verband tussen de capaciteit en de
druk is weergegeven op de maatblad D 107.
Beschrijving (afbeelding
en
De VLB heeft standaard aan de zuigzijde een zeeffilter
welke vuildeeltjes groter dan 0,5 mm afvangt. Bij de VLB
is de gehele grondeenheid geplaatst op een gecombi-
neerde condensaat/afgewerkte olietank (X) welke voor-
zien is van kogelkranen (W). Om het niveau van het
condensaat te bewaken is er een niveauschakelaar
(V
) gemonteerd. In het oliecarter (Y) is een oliepomp
1
gemonteerd welke het pomphuis alsmede de kogel-
lagers gedoseerd van olie worden voorziet.
Bij de tweezijdig gelagerde rotor zijn de kogellagers
van het pomphuis gescheiden door een afdichting en
daarmee beschermt tegen agressieve stoffen.
Een ventilator tussen het pomphuis en de motor zorgt
voor de intensieve koeling. De ventilator bevindt zich in
een tegen aanraking beschermend ventilatorhuis. De
aandrijving geschiedt door een IEC-flensmotor middels een koppeling.
De in- en uitlaat hebben naar keuze een vacuümflens of een draadaansluiting. De basis uitvoering wordt zonder
olienevelafscheider geleverd.
Toebehoren: afhankelijk van het gebruik een vloeistofafscheider, olienevelafscheider, terugslagklep, ster-driehoek auto-
maat, vacuümschakelaar, vacuümmeter, vacuümdicht stoffilter, 2/2-weg magneetventiel, kleinflens en
motorbeveiligingsschakelaar.
Toepassing
De machines zijn geschikt voor industriële toepassing, d.w.z. dat de beveiligingen conform EN DIN 294
zijn volgens tabel 4 voor personen boven de 14 jaar.
Deze vacuümpompen met verliessmering zijn bijzonder goed geschikt om gassen te verpompen met een extreme
vochtigheid of zeer agressief zijn. De waterdampverdragelijkheid is bijna onbeperkt.
Vloeistoffen en vaste stoffen mogen niet door de pomp aangezogen worden.
Bij het verpompen van brandbare of agressieve gassen en dampen, met speciale uitvoeringen, dient men
te handelen volgens de veiligheidsvoorschrift XN 2.
De omgevingstemperatuur en de aanzuigtemperatuur moeten tussen de 5 en 40° C liggen. Bij temperatu-
ren buiten dit bereik verzoeken wij u om contact met ons op te nemen.
De standaard uitvoering mag niet in ruimten gebruikt worden die explosie gevaarlijk zijn. Er zijn speciale Ex uitvoeringen
beschikbaar.
Tegendruk aan de uitlaatzijde van de vacuümpomp is tot een druk van +0,1 bar toegestaan.
Bij toepassingen, waarbij een ongeoorloofd uitzetten of een storing van de vacuümpomp kan leiden tot
gevaarlijke situaties voor personen of installaties, moeten voldoende veiligheidsmaatregelen genomen
worden.
Onderhoud en opstelling (afbeelding
Bij een pomp welke op bedrijfstemperatuur is kunnen de delen (Q) een temperatuur bereiken welke boven
de 70 C kan liggen. Men dient deze delen niet aan te raken.
Condensaat-aftap (W), afgewerkte olie-aftap (W), Olievuldop (H), oliepeilglas (I), olieaftapplug (K), snuffelventiel (G),
naaldventiel (G
) en de haakse aansluitflens (S) moeten goed toegankelijk zijn. De koelluchtinlaat (E) en de
1
koelluchtuitlaat (F) dienen tenminste 20 cm van de dichtstbijzijnde wand te zijn (uitgeblazen koellucht mag niet weer
aangezogen worden). Voor onderhoudswerkzaamheden raden wij u aan om voor de condensaattank (X), het
oliecarter (Y), de haakse aansluitflens (S) en voor de motor (m) 30 cm afstand te bewaren.
De VLB kan alleen in horizontale positie, zonder storingen gebruikt worden.
Bij een opstelling hoger dan 1000 m boven zeeniveau kan een vermogensvermindering merkbaar zijn. In
dat geval vragen wij u contact met ons op te nemen.
De vacuümpomp kan zonder verankering op een vaste ondergrond worden opgesteld. Indien de pomp op een frame
wordt gemonteerd adviseren wij een bevestiging middels trillingsdempers. De trillingen van deze schottenpompen zijn
zeer gering.
De vacuümpompen van het type VLB
kunnen met 4 verschillende aansluit-
posities worden geleverd. De standaard
uitvoering is 01.
)
B
W
en
)
O
S
H
A
V
W
1
VLB
VLB 10
N
M
Y
VLB 25
VLB 40
VLB 80
VLB 100
I
K
X
BN 107
1.4.2000
Werner Rietschle
GmbH + Co. KG
Postfach 1260
79642 SCHOPFHEIM
GERMANY
0 76 22 / 3 92-0
Fax 0 76 22 / 39 23 00
E-Mail: info@rietschle.com
http://www.rietschle.com
Rietschle BV
Bloemendalerweg 52
1382 KC WEESP
NETHERLANDS
02 94 / 41 86 86
Fax 02 94 / 41 17 06
E-Mail:
verkoop@rietschle.nl
http://www.rietschle.nl