N E D E R L A N D S
B O R S T S P I E R E N
T R A IN ING VANUIT ZIT HOUDING (1)
STAND : Regel de hoogte van de handvatten, zodat zij ter hoogte van het
bovenste gedeelte van uw borst komen. Gezeten op de zetel, drukt u uw
rug goed tegen de rugleuning. Pak de horizontale of verticale handvat-
ten vast.
OEFENING : adem in, druk de hendel van de training in zithouding naar
voren, terwijl u uitademt. Haal de hendel van de training in zithouding
naar u toe, terwijl u inademt, zonder de gewichten neer te zetten.
GEBRUIKTE SPIEREN : borstspieren, triceps, voorkant van de schouders.
B UT T E RFLY (2)
STAND : Gezeten op de zetel, drukt u uw rug goed tegen de rugleuning.
U plaatst uw onderarmen tegen de beschermrollen. Uw rechterarm
moet een recht hoek vormen met uw romp.
OEFENING : adem in, druk tegen de rollen met de binnenkant van uw
onderarmen, terwijl u uitademt. Gebruik niet uw handen, maar uw
ellebogen om druk uit te oefenen. Kom langzaam weer terug naar de
beginstand, terwijl u inademt, zonder de gewichten neer te zetten.
P U LL OVE R (3)
STAND : Goed recht gezeten op de zetel, drukt u uw rug tegen de
rugleuning. Uw armen zijn een beetje gebogen en pakken de latissi-
musstang vast, met de handpalmen naar beneden gericht, op dezelfde
afstand van elkaar als uw schouders.
OEFENING : adem in en bol uw borstkas, laat uw armen zakken in de
richting van uw dijen, tot u ter hoogte van uw schouders bent aange-
komen, terwijl u uitademt, laat de stang weer omhoog gaan, terwijl u
uitademt en uw borstkas bolt. Uw rug moet tegen de rugleuning blij-
ven, uw ellebogen moeten een beetje gebogen blijven.
GEBRUKTE SPIEREN : borstspieren, triceps, grote rugspieren.
R U G S P I E R E N
NE K T RE KKEN (4)
STAND : Gezeten tegenover de bank, met een rechte rug, pakt u met uw
armen de latissimusstang vast, met zoveel mogelijk tussenruimte.
OEFENING : Trek de stang naar uw nek, terwijl u inademt. Kom langzaam
weer terug naar de beginstand, terwijl u uitademt, zonder de gewichten
neer te zetten. Laat de stang niet lager dan uw nek komen.
GEBRUIKTE SPIEREN : Grote rugspieren, achterkant van de schouders, de
biceps doen ook mee. In deze stand kunt u de breedte van de rugspieren
trainen.
B O RS T TR EKKEN (5)
STAND : Zelfde oefening als hiervoor, maar u trekt de stang tot het begin
van uw nek. U kunt uw handen zo ver mogelijk van elkaar plaatsen of
dichter bij elkaar, met de handpalmen naar beneden of naar boven
gericht.
OEFENING : Houd uw rug recht tijdens de oefening. Uw rug mag tijdens de
oefening niet naar voren of naar achteren bewegen. Niet naar achteren
leunen.
GEBRUIKTE SPIEREN : Grote rugspieren, achterkant van de schouders, de
biceps doen ook mee. In deze stand kunt u de breedte van de rug spieren
O E F E N I N G E N
27
TR EKKEN LAGE K ATR O L ( 6)
STAND : Op de grond gezeten, tegenover het apparaat, met uw voeten
onder de basis van het apparaat.
OEFENING : Pak de korte stang vast, met uw handpalmen naar beneden
gericht. Terwijl u inademt en uw borstkas bolt, trekt u de stang ter hoogte
van uw navel, terwijl u uw ellebogen naar achteren trekt. Kom weer terug
naar de beginstand, terwijl u uitademt, zonder de gewichten neer te
zetten. Houd uw rug recht tijdens de oefening. Leun vooral niet naar
achteren : uw romp moet een rechte hoek vormen met uw dijen tijdens
alle bewegingen.
GEBRUIKTE SPIEREN : Onderkant van de rug, dikte van de rug, de biceps
doen ook mee.
M O N N I K S K A P S P I E R E N
( 7)
STAND : Staand tegenover de HG050E, de voeten op de metalen plaat
geplaatst, pakt u de korte trekstang op de lage katrol vast, met uw handpal-
men naar beneden.
OEFENING : Trek de stang naar het begin van uw nek, terwijl u inademt. Uw
ellebogen moeten tijdens de oefeningen boven uw handen blijven.
GEBRUIKTE SPIEREN : Monnikskapspieren, deltaspieren, de biceps doen ook
mee.
S C H O U D E R S
( 8)
STAND : Dwars geknield ten opzichte van de voorkant van de HG050E, pakt u
de trekhandvatten op de lage katrol vast. Uw rug moet tijdens de oefening
goed recht blijven.
OEFENING : terwijl u uitademt, trekt u uw licht gebogen armen naar uw schou-
ders. Laat de gewichten weer zakken tot uw taille, zonder de gewichten neer
te zetten. Werk in series, één schouder na de andere.
GEBRUIKTE SPIEREN : Deltaspieren.
T R I C E P S
( 9)
STAND : Staand tegenover de HG050E, uw knieën een beetje gebogen of één
voet een beetje voor de andere om de lendenen tijdens de oefening te bes-
chermen. U pakt de korte stang op de hoge katrol met beide handen vast, met
de handpalmen naar beneden of naar boven gericht. Uw ellebogen moeten
tijdens de hele beweging tegen uw romp gedrukt blijven.
OEFENING : Trek de stang naar beneden, terwijl u uitademt. Laat de stang
teruggaan naar uw borst, terwijl u uitademt. Alleen uw onderarmen mogen
bewegen. Uw ellebogen en romp mogen niet helpen bij de beweging.
GEBRUIKTE SPIEREN : Triceps (stekkers van de armen).