Bedieningsvoorschrift
Vacuümpompen
Rootsblower-vacuümpompen
Uitvoeringen
Dit bedieningsvoorschrift is geldig voor
de volgende rootsblower-vacuüm-
pompen: VWP 500, VWP 1000 en
VWP 1500
Het zuigvermogen bij vrij aanzuigen be-
3
draagt 485, 1072 en 1580 m
/h bij 50 Hz.
Het verband tussen de capaciteit en de
druk is weergegeven op het gegevens-
blad D 200.
Beschrijving (figuur
)
Rootsblowers zijn tweeassige lobben-
pompen, waarbij de twee symetrisch ge-
vormde lobben zich tegen elkaar afwik-
kelen. De integengestelde lopende lo-
pende lobben worden door middel van
een tandwielpaar gesynchroniseerd. Het
pomphuis van de rootsblower is vrij van
dichtings- en smeermiddelen. De
gesynchroniseerde tandwielen en de la-
gers van de lobben worden met olie ge-
smeerd. De tandwielen en lagers bevin-
den zich in twee naastgelegen ruimtes
die ook olievoorraad bevatten. Deze bei-
den ruimtes zijn door zuigerveren van het
pomphuis gescheiden.
In beide lagerruimtes zorgt een smeer-
systeem ervoor dat bij elk toerental zowel het lager als de tandwielen gesmeerd worden. Een in het huis aangebracht
overstortventiel (C) maakt het mogelijk om de rootsblower gelijktijdig met de voorpomp te starten. Hierdoor wordt
voorkomen, dat bij het starten de motor wordt overbelast, door een te hoog drukverschil.
De VWP heeft aan de zuigzijde een beschermingszeef. Diepvacuümaansluiting (A) en Voorvacuümaansluiting (B)
hebben een flens volgens DIN 28 404.
De aandrijving geschied door een aangeflenste draaistroom-normmotor via een koppeling.
Toebehoren: Indien nodig slangpilaar, condensaatafscheider en een motorbeveiligingsscakelaar.
Toepassing
De machines zijn geschikt voor industriële toepassing, d.w.z. dat de beveiligingen conform EN DIN 294 zijn
volgens tabel 4 voor personen boven de 14 jaar.
De rootsblower VWP wordt voornamelijk voor het afpompen van gassen en dampen in het grof en fijn vacuüm gebruikt.
Ze zijn in hogemate ongevoelig voor waterdamp en vele corrosieve dampen.
Vanwege de stromingsrichting van boven naar beneden kunnen de meegezogen verontreinigingen, zoals stof en
vloeistoffen ook na het stilzetten niet in pomphuis achter blijven. Om het benodigd voorvacuüm voor de Rootsblower te
bereiken is een passende voorpomp nodig.
De omgevingstemperatuur en de aanzuigtemperatuur moet tussen 5 en de 40°C liggen. Bij temperaturen
buiten dit bereik verzoeken wij u overleg met ons te plegen.
Vloeistoffen en vastestoffen mogen niet afgezogen worden.
Bij het verpompen van explosieve dampen of gassen verzoeken wij u om overleg met ons te plegen.
Om het binnendringen van aggresieve media in de aandrijvings- en lagerruimte te voorkomen, kan de labyrinth-afdichting
met een spergas overstemd worden (zie Spergas-aansluiting (S)). Voor verdere informatie verzoeken wij contact met ons
op te nemen.
De standaard uitvoering mag niet in ruimten gebruikt worden die explosie gevaarlijk zijn. Er zijn speciale Ex uitvoeringen
beschikbaar.
Bij toepassingen, waarbij een ongeoorloofd uitzetten of een storing van de vacuümpomp tot gevaarlijke
situaties voor personen of installaties kan leiden, moeten voldoende veiligheidsmaatregelen genomen
worden.
De VWP kan op 4 verschillende manieren worden aangesloten, standaard is uitvoering 01.
A
B
VWP
VWP
500
VWP 1000
VWP 1500
C
B
BN 199
1.4.2000
Gardner Denver
Schopfheim GmbH
Postfach 1260
79642 SCHOPFHEIM
GERMANY
Fon +49 7622 / 392 -0
Fax +49 7622 / 392 -300
e-mail: er.de@
gardnerdenver.com
www.gd-elmorietschle.com