3. Inschakelen en uitschakelen
3.1 Inschakelen: druk voor 3 seconden op POWER, de camera toont een opstartscherm en schakelt in;
3.2 Uitschakelen: druk op POWER wanneer de camera inactief is om de camera uit te schakelen;
3.3 Automatisch uitschakelen: de camera schakelt om batterijstroom te besparen automatisch uit wanneer de
camera gedurende een bepaalde periode inactief is. De standaardperiode voor het automatisch uitschakelen
is 3 min.
3.4 Uitschakelen als batterij bijna leeg is: als de batterij bijna leeg is, laad de batterij dan op. Als het
batterij-icoontje rood wordt, dan zal de camera automatisch uitschakelen.
4. Schakelen tussen de verschillende functiemodi
De camera beschikt over 3 modi: de fotomodus, opnamemodus en afspeelmodus. Gebruik nadat de camera is
aangezet de POWER-toets om te schakelen tussen de verschillende modi.
Opnamemodus: voor het opnemen van video's;
Fotomodus: voor het maken van foto's;
Afspeelmodus: voor het afspelen van de huidige video.
9