bijkomende lasten. Controleer de informatie die bij de fiets is
geleverd of vraag informatie en raad aan de fabrikant van de
fiets.
3)
Plaats het stoeltje en zijn onderdelen zodanig dat maximaal
comfort en maximale veiligheid verzekerd worden aan het kind.
Wanneer het kind in het stoeltje zit, moet de rugleuning lichtjes
achteruit hellen om te vermijden dat het kind vooruit kan schui-
ven.
4)
Controleer of alle delen van de fiets correct werken na de mon-
tage van het stoeltje.
5)
Controleer of er in uw land eventuele wetten bestaan die het
gebruik van fietsstoeltjes voor het vervoer van kinderen regle-
menteren.
6)
Controleer bij het eerste gebruik en vervolgens regelmatig of
het gewicht en de afmetingen van het kind de maximale waar-
den voor het gebruik van het stoeltje niet overschrijden.
7)
Controleer of het kind of deel van zijn kleding niet in aanraking
komt met de bewegende delen van het stoeltje of van de fiets.
Vermijd dat de handen en voeten van het kind in aanraking
kunnen komen met het wiel of beklemd kunnen raken in de
remmen.
8)
Controleer of er geen snijdende delen zijn die in aanraking kun-
nen komen met het kind (bijvoorbeeld uitgerafelde of versleten
kabels enz.).
9)
Controleer of de veiligheidsgordels niet losgekomen zijn en niet
in aanraking komen met de bewegende delen van de fiets, in
het bijzonder met de wielen, ook wanneer er geen kind in het
stoeltje vervoerd wordt.
10) Gebruik altijd de veiligheidsgordels. Verzeker u ervan dat het
kind correct met de veiligheidsgordels bevestigd is aan het
stoeltje.
11) Het kind moet in het stoeltje beter gekleed en tegen koude be-
schermd zijn dan de bestuurder van de fiets. Bescherm het kind
tegen de regen.
12) Het is raadzaam het kind te voorzien van een gehomologeerde
beschermingshelm.
13) Controleer of het stoeltje niet te warm is (bijvoorbeeld overver-
hit door de zon) alvorens het kind erop te zetten.
14) Haal het stoeltje van de fiets wanneer deze met de auto ver-
voerd wordt. De luchtstromen zouden het stoeltje kunnen be-
schadigen of van de fiets kunnen losmaken, wat tot ongevallen
zou kunnen leiden.
15) Bedek eventuele veren van de zitting, zodat de vingers van het
kind er niet klem en/of verplet in kunnen geraken.
16) Controleer voor elk gebruik of het stoeltje correct op het beves-
32
Fietsstoeltje achterop 10+
tigingsblok vastzit: wanneer men de steunarm naar boven trekt,
mag het stoeltje niet uit het bevestigingsblok loskomen.
17) Het materiaal van het fietsstoeltje (polypropyleen) verliest en-
kele van zijn mechanische eigenschappen als het veroudert of
als het langdurig aan de weersomstandigheden wordt bloot-
gesteld (zon, regen, vorst, enz.). Bij een normaal gebruik en
een normale blootstelling aan de weersomstandigheden wordt
aangeraden het fietsstoeltje na drie jaar te vervangen.
Waarschuwingen
1)
LET OP: Leg geen andere bagages op het stoeltje. Eventuele
bijkomende bagage moet aan de tegenovergestelde kant van
het stoeltje op de fiets bevestigd worden. Bv.: in geval van
achterstoeltje, dient men een voorste draagrek te gebruiken en
omgekeerd.
2)
LET OP: Breng geen wijzigingen aan het stoeltje aan.
LET OP: De fiets besturen met een kind in het stoeltje is anders;
3)
vooral voor wat betreft het evenwicht, het sturen en het rem-
men.
4)
LET OP: Laat het kind nooit onbewaakt in het stoeltje wanneer
de fiets geparkeerd is.
5)
LET OP: Gebruik het stoeltje niet indien een onderdeel ont-
breekt of stuk is.
Montage en assemblage van het fietsstoeltje
Afbeelding 1:
Plaats het bevestigingsblok (8) op de steunbuis van de fiets. Breng
de steunen (12) op de metalen beugels (7) aan en draai het blok (8)
vast met de 4 schroeven en sluitringen (9). Niet volledig vastzetten,
zodat de stand nog naderhand versteld kan worden. Als in de zone
waar de metalen beugels (7) worden geplaatst, een kabel loopt,
kunnen de beugels (7) tussen de kabel en de steunbuis worden
geplaatst (Afb. 1A).
Afbeelding 2:
Maak de steunarm (5) los van de bevestigingsring. Trek de steunarm
uit de structuur van het stoeltje.
Afbeelding 3:
Steek de steunarm (5) op zijn plaats in de structuur van het stoeltje
zoals op de figuur is afgebeeld en druk de geleideplaat (5) aan tot
hij niet verder kan (zie ook afbeelding 4).
Afbeelding 4:
Steek de blokkeerpen (10) helemaal in het gat B.
Afbeelding 5:
Draai de blokkeerpen 90° in de richting van de klok en steek het
veiligheidstandje van de blokkeerpen in de vrije ruimte (zie ver-
Fietsstoeltje achterop 10+
33