w-MEXT
VERPLICHTING
Het apparaat moet neergezet worden op een plaats waar alleen de
BEDIENERS, de ONDERHOUDSMONTEURS en de TECHNICI
toegang toe hebben; als dit niet het geval is dient het apparaat
omringd te worden met een omheining die (indien mogelijk) op een
afstand van tenminste twee meter van de externe oppervlakken van
het apparaat geplaatst moet worden.
Het personeel van de INSTALLATEUR of eventuele andere
bezoekers moeten altijd vergezeld worden door een BEDIENER.
Onbevoegden mogen absoluut niet alleen bij het apparaat gelaten
worden.
De ONDERHOUDSMONTEUR moet zich beperken tot het handelen
op de bedieningselementen van het apparaat; hij mag geen enkel
paneel openen behalve het paneel dat toegang geeft tot de
bedieningsmodule. De INSTALLATEUR moet zich beperken tot het
handelen op de verbindingen tussen de installatie en het apparaat.
Als men zich toegang verschaft tot het apparaat moet men over de
nodige persoonlijke beschermingsmiddelen beschikken en de
documentatie en de aanwijzingen die altijd binnen handbereik
gehouden moeten worden gelezen en begrepen hebben.
2
INSTALLATIE
2.1
BEPLATING VAN APPARAAT DEMONTEREN
GEVAAR
De beplating van het apparaat bestaat uit staalplaat en is zwaar.
Alle demontage- en montagewerkzaamheden moeten uitgevoerd
worden met geschikt materieel en door vakbekwame, opgeleide
personen die bevoegd zijn om dit soort manoeuvres uit te voeren.
GESCHARNIERDE PLATEN
De gescharnierde platen kunnen makkelijk verwijderd worden om de installatie- en
onderhoudswerkzaamheden te vergemakkelijken.
Verwijderbaar scharnier
Aan de constructie bevestigde pen
Doe de plaat open en trek de pen er van boven uit om hem van de bevestiging
te verwijderen.
2.2
INSTALLATIE
VERPLICHTING
Alle installatiesfases moeten onlosmakelijk deel uitmaken van het
algemene ontwerp.
Alvorens met deze fases te beginnen moet degene die bevoegd is om deze handelingen te
verrichten, behalve technische eisen vastleggen, indien nodig ook een "veiligheidsplan"
hanteren om te garanderen dat de personen die hier rechtstreeks bij betrokken zijn
ongedeerd blijven en de veiligheidsvoorschriften met name voor wat betreft de wettelijke
voorschriften die van toepassing zijn op mobiele bouwplaatsen nauwgezet toepassen.
Alvorens het apparaat te installeren moet gecontroleerd worden:
of het gebied volledig vlak is en duurzame stabiliteit garandeert;
wanneer het apparaat op een verdieping van een gebouw geïnstalleerd wordt, of het
draagvermogen voldoende is;
of het apparaat makkelijk bereikbaar is en toegankelijk is voor al diegenen die er in
de loop van de verwachte levensduur ervan mee moeten interageren;
of alle onderhouds- en vervangingswerkzaamheden (gewoon en buitengewoon)
makkelijk uitgevoerd kunnen worden zonder risico's voor de personen en met
inachtneming van de geldende wettelijke voorschriften op het gebied van veiligheid
op het werk;
of de ruimte voldoende luchttoevoer toestaat voor de goede werking;
of de minimaal vereiste ruimte voor de werking en de inspectie die in deze
handleiding is vermeld aanwezig is;
of de luchtintrede en -uittrede nooit belemmerd of verstopt wordt, ook niet gedeeltelijk.
UM_w-MEXT_01_Z_10_20_ML
Het apparaat moet binnen geïnstalleerd worden en in een niet-agressieve atmosfeer.
VERPLICHTING
De installatie moet aan de voorschriften van de norm EN 378-3 en
de geldende plaatselijke normen voldoen, waarbij met name
rekening gehouden moet worden met de bezettingscategorie van de
ruimten en de veiligheidscategorie zoals gedefinieerd in de norm EN
378-1.
2.2.1
PLAATSING VAN MODEL OVER / DISPLACEMENT (LUCHTUITTREDE MET
VERDRINGING)
Het apparaat wordt direct op de vloer gezet.
Er wordt geadviseerd om tussen het onderstel van het apparaat en de vloer een soepele
rubberen afdichting op het hele steunvlak aan te brengen om het overbrengen van lawaai
en trillingen te voorkomen. Het Dual Fluid systeem is niet voorzien van luchtuittrede met
verdringing (displacement)
Zodra het apparaat is geplaatst moet gecontroleerd worden of het apparaat vlak staat.
Door een grotere afwijking van de vlakke stand dan 5 mm tussen de uiteinden van het
onderstel kan er condens uit het opvangbakje stromen.
2.2.2
PLAATSING UNDER
Het apparaat wordt direct op de vloer gezet.
Er wordt geadviseerd om tussen het onderstel van het apparaat en de vloer een soepele
rubberen afdichting op het hele steunvlak aan te brengen om het overbrengen van lawaai
en trillingen te voorkomen.
Zodra het apparaat is geplaatst moet gecontroleerd worden of het apparaat vlak staat.
Door een grotere afwijking van de vlakke stand dan 5 mm tussen de uiteinden van het
onderstel kan er condens uit het opvangbakje stromen.
66
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE HANDLEIDING
Nederlands
Waterpas
Afdichting
Afdichting
Waterpa
s