NEDERLANDS
5.
GEBRUIK EN WERKING
5.1.
Omschrijving van de bediening .
De bedieningselementen van de belangrijkste
functies bevinden zich op het bedieningspaneel.
A) Temperatuurregelaar: voor het regelen
van de temperatuur. Voor in- en
uitschakelen van de verwarmingsslangen.
B) Groen controlelampje: geeft de
stroomvoorziening aan.
C) Wit controlelampje: geeft de verwarming
van het apparaat aan.
NL
5.2.
In- /uitschakelen van het apparaat
AANZETTEN:
A) Activeer de automatische
scheidingsschakelaar om de
stroomvoorziening in te schakelen.
B) Vul met water door het indrukken van de
juiste knop (E)
UITSCHAKELEN
A) Om de elektrische verwarmingsslangen
uit te schakelen, draai de temperatuur-
regelaar (A) in stand 0. Het controle-
lampje (B) schakelt uit.
B) Druk de automatische scheidings-
schakelaar in om de stroomvoorziening uit
te schakelen.
Werk
A
controlelampje
Symbool
inschakeling
Temperatuur-
schaal
A
D) Rood controlelampje: Toont de
inschakeling van de veiligheids-
thermostaten.
E) Knop voor het vullen met water: maakt
het mogelijk om de container te vullen met
water.
F) Afwateringsventiel: maakt het mogelijk de
inhoud van de container te legen.
E
B
C
D
C) Draai de temperatuurregelaar (A)
rechtsom in de gewenste positie. Het
groene (B) en witte (C) controlelampje
branden. Wanneer het water de gewenste
temperatuur bereikt, schakelt het witte
controlelampje (C) uit.
C) Eventueel
hoofdstuk 5.3.)
B
A
C
B,C,D
D
6
F
A
de
container
legen
(zie