1
Bedieningsfout
2
Batterijstoring
3
Linker motor (of
aansluiting) defect.
4
Rechter motor (of
aansluiting) defect.
(...)
Aantal Probleem/storing
5
Linker parkeerrem (of
aansluiting) defect.
6
Rechter parkeerrem (of
aansluiting) defect.
7
Shark-sturing defect
8
Shark – PM defect
9
Shark - Communicatiefout 1.
10
Onbekende storing
Incompatibele
11
stuureenheid
4.
Controleer of de zekeringen aan de sturing en de batterijen defect of
geactiveerd zijn.
1.
Mogelijk uitgeschakelde zekering of bedieningsfout (joystick)
2.
Joystick in neutrale stand zetten en het systeem opnieuw starten.
1.
Batterijen en kabels controleren en eventueel laden.
2.
Batterijen eventueel vervangen.
1.
Controleer of de stekkers van beide motoren correct zijn
aangesloten.
2.
Controleer de stekkercontacten van beide motoren op corrosie of
schade.
3.
Controleer beide motoren. Neem een Ohmmeter, trek de stekker uit
van beide motoren en meet de connector. Wanneer u een waarde
meet van meer dan 1 Ohm of minder dan 100 milliOhm, is de motor
defect.
4.
Controleer de spanning van de motor naar het motorhuis. Meet met
een Ohmmeter ieder contact tussen motor en behuizing. Wanneer de
weerstand minder dan 1 MegOhm bedraagt, is de motor defect.
5.
Controleer de toestand en functie van de koolstaven van beide
motoren.
OPGELET: Wanneer een storing in een motor wordt aangegeven,
kan ook de andere motor defect zijn.
Zoals hierboven beschreven.
Controle
1.
Controleer of de stekkers van de motoren zijn aangesloten.
2.
Controleer de contacten op corrosie of schade.
3.
Controleer de parkeerremmen. Meet met een Ohmmeter de
weerstand van de aansluitingen. Wanneer de meetwaarde meer dan
100 Ohm of minder dan 20 Ohm bedraagt, is de parkeerrem
waarschijnlijk defect.
Zoals hierboven beschreven.
1.
Trek de stekkers van beide motoren uit. Zet de sturing uit en weer
aan en zorg ervoor dat de joystick in neutrale stand staat. Wanneer
deze knippersequentie opnieuw wordt weergegeven, is de sturing
defect.
2.
Trek de stekkers van beide motoren uit. Zet de sturing uit en aan en
zorg ervoor dat de joystick in neutrale stand staat. Zet de joystick in
een willekeurige richting. Wanneer het stuurrelais twee keer klikt en
een storing van de linker motor wordt weergegeven, is de sturing in
orde. Wanneer een andere storing wordt weergegeven en het
stuurrelais niet twee keer klikt, is de sturing defect.
3.
Controleer de motoren zoals beschreven in punt 3 en 4.
OPGELET: Een storingsmelding van een motor tijdens het rijden kan
worden weergegeven als storing van de sturing.
1.
Controleer de kabels en stekkers op schade/corrosie,
2.
Controleer de BUS-verbindingskabels (weerstand).
3.
Vervang de PM.
Controleer de kabels en stekkers op schade/corrosie,
2.
Controleer de BUS-verbindingskabels (weerstand).
3.
Vervang de PM.
4.
Vervang de Shark-sturing.
1.
Controleer de kabels en stekkers op schade/corrosie,
2.
Controleer de BUS-verbindingskabels (weerstand).
3.
Neem contact op met de fabrikant.
1.
Verkeerd geprogrammeerde en incompatibele sturing (afhankelijk
van het systeem)
2.
Controleer of de programmering van PM en stuureenheid
overeenkomen.
25
SQUOD_SU
06/2009
NL