sleuf (16). Zorg er daarbij voor dat de heupgordel onder de armsteun van het autozitje
ligt en dat de schoudergordel verticaal tussen de rug en de hoofdsteun zit zonder door
de gordelgeleider te gaan. Maak de autogordel vast en controleer of de gordel niet ge-
draaid is (17). Druk het autozitje stevig tegen de achterbank van het voertuig en trek
de gordel volledig aan door de heupgordel en de schoudergordel in de richting van de
oprolautomaat te trekken (18). Open de sluiting van het tuigje door op de rode knop in
het midden van de sluiting te drukken. Plaats uw kind in het autozitje. Trek de slotdelen
van het tuigje naar elkaar toe en steek ze in de sluiting van het tuigje. Daarbij moet u
een klikgeluid horen (19). Trek aan een van de verstelbanden van het tuigje tot deze
goed is aangespannen voor uw kind (20). Herhaal deze handeling met de verstelband
van het andere tuigje.
OPGELET: Een goed versteld tuigje is essentieel voor de optimale bescherming van uw
kind. Er mag niet meer dan een vingerdikte speling tussen het tuigje en uw kind zitten.
Installatie zonder harnas
Gr. 2-3, van 15 tot 36 kg (van 3 tot ongeveer 12 jaar)
Zorg dat het tuigje van uw autozitje is verwijderd voordat u het autozitje in uw voertuig
plaatst. Verwijder nooit de rugleuning van uw autozitje. Zonder rugleuning heeft
uw kind geen laterale bescherming meer.
•
Tuigje verwijderen: Trek de slotdelen van de sluiting naar elkaar toe en steek ze in de
sluiting om de delen van het tuigje en van het tussenbeenbandje met elkaar te verbin-
den. U kunt het geheel op deze wijze ook eenvoudiger bewaren voor toekomstig gebruik.
Herhaal de handelingen
(8)
en
(9)
voor beide bovenbanden van het tuigje. Trek een van
de onderbanden van het tuigje uit het zitje door het metalen bevestigingsplaatje onder
de zitting van het autozitje te draaien
(21)
en vervolgens de band door de sleuven in
de zitting en de bekleding te trekken (22). Herhaal deze handelingen voor de andere
onderband. Trek het tussenbeenbandje uit het autozitje door het metalen bevestigings-
plaatje te draaien en deze vervolgens door de sleuven in de zitting en de bekleding te
trekken (23).
Uw autozitje heeft een hoofdsteun die kan worden versteld naarmate uw kind groeit,
voor een optimale zijdelingse bescherming.
Zet de hoofdsteun in de hoogste stand. Plaats het autozitje tegen de achterbank van
het voertuig
(24)
en laat de schoudergordel door de geleider van de hoofdsteun lopen
(25). Plaats uw kind in het autozitje. Zorg dat uw kind goed met de rug tegen de rug
van het autozitje zit. Trek de autogordel uit en maak deze vast. Laat de schoudergordel
onder de armsteun tegenover de gebruikte gordelgeleider lopen. Voer de heupgordel
onder de twee armsteunen door (26). Laat de hoofdsteun zakken en pas de hoogte
aan de grootte van uw kind aan (27). De hoofdsteun moet het hoofd van uw kind goed
omsluiten voor een optimale zijdelingse bescherming. De schoudergordel mag de hals
van uw kind niet raken (28). Trek de autogordel aan.
Zorg dat de gordel goed aangetrokken is, niet gedraaid is en niet tegen de hals van uw
kind ligt.
U kunt uw kind uit het autozitje halen door eenvoudig het slot van de autogordel aan
de zijde van het autozitje te openen. De autogordel blijft in de in de gordelgeleider van
11
Gebruiksaanwijzing - NL