2.4 Xenon-draadboom installeren
Opmerkingen
Gelieve rekening te houden met de algemene aanwijzingen en de veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 1 op te volgen.
Voorbereidende werkzaamheden
Het (de) storingsgeheugen(s) uitprinten.
De accuaansluitingen losnemen.
Het rechter voorwiel uitbouwen.
Het waswaterreservoir aan de rechter A-stijl achter de wielkastafdekking toegankelijk maken en uitbouwen.
De verlichtingsmodule binnenin het voertuig aan de rechter A-stijl toegankelijk maken.
Het massasteunpunt in het voorste gebied van de rechter instap toegankelijk maken.
De ingevouwen pagina uitvouwen!
Fig. A
De afbeelding laat de voetruimte aan de bijrijderzijde zien.
Het vloertapijt (1) in de voetruimte aan de bijrijderzijde links naast de A-stijl lichten en de afdekking (2) uitbouwen.
Fig. B
Uitsluitend voor voertuigen tot productiedatum 9/98 standaard uitgerust met SA 500
koplampreinigingsinstallatie
De boring (1) met de afstand A en centraal t.o.v. de bestaande rubberen tule (2) aftekenen, centerponsen en de
boring (1) van ø 30 mm met een getrapte boor aanbrengen. Vervolgens de boringsranden afbramen, de boorspanen
zorgvuldig verwijderen en blanke plekken met de door BMW voorgeschreven middelen tegen corrosie beschermen.
A = 25 mm
Bij het boren dient erop te worden gelet de bestaande kabels en slangen in de wielkast rechtsvoor niet te
beschadigen.
Fig. C
Uitsluitend voor voertuigen v.a. productiedatum 9/98 standaard uitgerust met SA 500
koplampreinigingsinstallatie
De boring (1) in het midden van de uitdieping (2) aftekenen, centerponsen en de boring (1) van ø 30 mm met een
getrapte boor aanbrengen.
Vervolgens de boringsranden afbramen, de boorspanen zorgvuldig verwijderen en blanke plekken met de door
BMW voorgeschreven middelen tegen corrosie beschermen.
Bij het boren dient erop te worden gelet de bestaande kabels en slangen in de wielkast rechtsvoor niet te
beschadigen.
Fig. D
Uitsluitend voor voertuigen waarin SA 500 koplampreinigingsinstallatie achteraf werd ingebouwd
De rubberen tule (1) naar binnen in het voertuig drukken en vervolgens de aansluitstekker (2) voor de
waswaterpomp van de koplampreinigingsinstallatie door de opening naar binnen in het voertuig terugschuiven.
(Pag. 2-66)
NL/2-50