Horizont ABN30GREEN Manual De Instrucciones página 31

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 42
ELEKTRISCHE AFRASTERINGEN VOOR DIEREN
Spanning van de hoog-
spanningsleiding ( V )
1000
> 1000 and
33000
> 33000
Indien er aansluitleidingen en draden van elektrische
afrasteringen voor dieren in de nabijheid van hoogspan-
ningsleidingen geïnstalleerd zijn, mogen de hoogte ervan
boven de vloer niet meer dan 3 m bedragen.
Deze hoogte geldt voor iedere zijde van een rechthoekige
projectie van de buiten geleider van de hoogspanningslei-
dingen op het grondoppervlak voor een afstand van
– 2m bij hoogspanningsleidingen, die met een nominale
spanning van maximaal 1000V gebruikt worden
– 15m bij hoogspanningsleidingen, die met een nominale
spanning van meer dan 1000V gebruikt worden.
Elektrische afrasteringen voor dieren, die bedoeld zijn
om vogels af te schrikken, om rond huisdieren een schut-
ting te zetten of om dieren zoals koeien te trainen (koei-
entrainer), mogen uitsluitend door elektrische afrastering-
apparaten met een laag vermogen, waarmee voldoende
en een veilige capaciteit tot stand gebracht wordt, gevoed
worden.
Bij elektrische afrasteringen voor dieren, die bedoeld zijn
om vogels op een veilige afstand van gebouwen te houden,
mag er geen draad van de elektrische afrastering met de
aarde verbonden zijn indien de draden van de afrastering
niet met metalen onderdelen verbonden zijn. Als een draad
met een metalen onderdeel (bijvoorbeeld de dakgoot) of
met een metalen structuur van het gebouw verbonden is,
moet dit metalen onderdeel met de aarde verbonden zijn.
Een waarschuwingsbord moet aangebracht zijn op alle
plaatsen, waar personen vrije toegang tot de geleiders kun-
nen verkrijgen.
Waar een elektrische afrastering voor dieren een open-
baar voerpad kruist, moet er in de elektrische afrastering
voor dieren op deze plaats een niet op de elektriciteit aan-
gesloten hek of een oversteekplaats aanwezig zijn. Op ie-
dere dergelijke oversteekplaats moeten de in de nabijheid
gesitueerde draden waarschuwingsborden dragen.
Leder gedeelte van een elektrische afrastering voor die-
ren, dat langs een openbare straat of een openbare weg
geïnstalleerd is, moet met regelmatige tussentijden voorzi-
en zijn van waarschuwingsborden, die aan de afrastering-
paal op een veilige manier bevestigd of vast rond de draden
van de afrastering geklemd zijn.
De grootte van het waarschuwingssymbool moet minstens
100 X 200 mm zijn.
De achtergrondkleur aan beide zijden van
het waarschuwingssymbool moet geel zijn.
Het opschrift op het waarschuwingssymbool
moet zwart en moet ofwel
- het symbool van afbeelding BB.1, ofwel
- deovereenkomstigeinhoudvan
„Opgelet: elektrische afrastering" zijn.
Afstand ( m )
3
4
8
Het opschrift moet onuitwisbaar aan beide zijden van het
waarschuwingsbord aangebracht zijn en een hoogte van
minstens 25 mm hebben.
Er dient beslist op gelet te worden dat alle hulpinrichtingen
met netvoeding, die op het circuit van de elektrische af-
rastering voor dieren aangesloten zijn, een isolatiegraad
tussen afrasteringcircuit en stroomnetvoorziening bieden,
die met de isolatiegraad van het elektrische afrastering-
apparaat overeenstemt.
OPMERKING 1 Bij hulpinrichtingen, die voldoen aan de
isolatie tussen het afrasteringcircuit en het voorzieningsnet
in de paragrafen 14, 16 en 29 van deze norm voor elektri-
sche afrasteringapparaten gestelde eisen, wordt er vanuit
gegaan dat ze over voldoende isolatie beschikken.
Een beschermingsinrichting tegen weersomstandigheden
moet voor de bijkomende uitrusting ter beschikking gesteld
worden, tenzij de fabrikant zijn akkoord voor het gebruik
van deze uitrusting in de open lucht gegeven heeft en de
uitrusting een minimale veiligheidsgraad van IPX4 heeft.
DEEL 3: ELEKTRISCHE
VEILIGHEIDS-
AFRASTERINGEN
(BESCHERMING VAN
OBJECTEN)
Voor elektrische veiligheidsafrasteringen (bescherming
van objecten) zijn nog andere aanwijzingen voor de monta-
ge en de aansluiting van elektrische afrasteringen van toe-
passing (vraag de bijlagen BB.2 en CC van de EN 60335-2-
76:2005 met SECURA SECURITY aan).
BESCHERMING TEGEN VUUR,
BRAND EN BLIKSEM
Montage in het gebouw: In het interieur van gebouwen
mag het apparaat niet in aan brandgevaar blootgestelde
werkplaatsen, bijvoorbeeld in schuren, op dorsvloeren of in
stallen, aangebracht worden. In het interieur van gebouwen
geïnstalleerde afrasteringtoevoerleidingen met een span-
ning van meer dan 1000 volt moeten ze tegen met de aarde
verbonden metalen onderdelen voldoende geïsoleerd zijn.
Deze isolatie kan gerealiseerd worden door gepaste lucht-
wegen of met hoogspanningskabels. De apparaten dienen
tegen mechanische beschadigingen beschermd en buiten
de reikwijdte van kinderen aangebracht worden.
Ontvlambare materialen op een veilige afstand van de elek-
trische afrasteringinstallatie houden.
Er moet voor gezorgd worden dat licht ontvlambaar ma-
teriaal op een veilige afstand tot de afrastering gehouden
wordt. Dit geldt in het bijzonder bij speciale toepassingen in
de stalling (koeientrainer) of dergelijke.
Bliksembeschermingsinstallatie voor
elektrische schrikdraadapparaten ter
voorkoming van brand in en aan gebouwen
Ter voorkoming van bliksemschade moet in de toevoerlei-
ding van de omheining naar het gebouw of vóór de invoe-
ring in een gebouw, een geaarde bliksemvonkbrug worden
ingebouwd.
De beschermingsinrichting tegen bliksem moet door een
31

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido