LET OP!
Gevaar voor schade aan het apparaat.
Gevoelige oppervlakken: De kunststof onderdelen en
de deurafdichting mogen niet in contact komen met
olie en vet omdat de oppervlakken hierdoor poreus en
breekbaar kunnen worden.
Voorkom dat de kunststofdelen in contact komen
met olie of vet.
9.3.1. Levensmiddelen ontdooien
Afhankelijk van het gebruik, kunnen de levensmiddelen in het apparaat, in een met
lauwwarm water gevulde bak, in een magnetron, bij omgevingstemperatuur of in
de oven worden ontdooid. Groenten en fruit die voor koken zijn bedoeld hoeven
niet te worden ontdooid.
Ontdooide levensmiddelen moeten zo mogelijk nog op dezelfde dag worden genut-
tigd of in de koelruimte uiterlijk tot de volgende dag worden bewaard. Ontdooide le-
vensmiddelen, ook gedeeltelijk ontdooid, mogen niet opnieuw worden ingevroren.
9.4. De vriesruimte ontdooien
Grote ijsafzettingen aan de vriesoppervlakken tasten de efficiëntie van het apparaat
aan en veroorzaken een hoger energieverbruik.
Zet de temperatuurregelaar enkele uren voordat u het apparaat ontdooit op de
stand MAX. De ingevroren levensmiddelen kunnen op die manier langer bij omge-
vingstemperatuur worden bewaard.
LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Schade aan het apparaat door onjuiste omgang met
het apparaat.
Maak voor sneller ontdooien geen gebruik van ande-
re mechanische voorzieningen of hulpmiddelen dan
hetgeen de fabrikant adviseert. Gebruik hiervoor bij-
voorbeeld geen elektrische verwarmingen, hete-
luchtblazers of een haarföhn.
Het wordt aangeraden om het apparaat minimaal eenmaal per jaar te ontdooien.
De bevroren levensmiddelen uit de vriesruimte nemen, met enkele lagen kran-
tenpapier en eventueel een deken omwikkelen en op een koele plaats bewaren.
Apparaat reinigen, zie hoofdstuk "Reinigen".
70 van 122