10. BIJZONDERE TOEPASSINGEN
Er zijn geen bijzondere toepassingen voorzien.
Alles wat niet in deze instructies is beschreven, is uitdrukkelijk verbo-
den
11. ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant veiligheidsni-
veau te garanderen, is het beter om ieder half jaar een algemene controle
op de installatie uit te voeren. In het boekje "Gebruiksaanwijzing" is een
formulier voorgedrukt om onderhoudshandelingen te registeren.
12. REPARATIES
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere
ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geau-
toriseerd FAAC-personeel of een erkend FAAC-servicecentrum.
13. LEVERBARE ACCESSOIRES
Voor de leverbare accessoires, zie de catalogus.
36