C
Het apparaat gebruiken
•
Als u vaak frituurt kan de olie/het vet
in de frituurpan bewaard blijven. Sluit
het deksel en bewaar de frituurpan op
een koele, droge plaats.
•
Ververs de olie/het vet na
frituren. Zorg ervoor u dat de olie/het
vet ververst wanneer dit schuimt, rookt
of onaangenaam ruikt wanneer het ver-
warmd wordt of wanneer het donker en
stroperig is geworden.
Bewaren
•
Wanneer u zelden frituurt verwijdert
u de olie/vet uit de frituurpan en be-
waart u dit in een afgesloten pot in de
koelkast.
•
Bewaar olie/vet waar u vis in hebt ge-
frituurd apart van de olie/het vet waar
ander voedsel in gefrituurd wordt.
•
Kruid het voedsel niet voor of tijdens
het frituren. De olie kan op die manier
langer gebruikt worden.
Afvoeren
•
Giet de olie in een afsluitbare pot en
voer deze dan af.
•
Giet het nog warme vet in een met een
krant beklede pan en wacht tot het ge-
stold is. Wikkel het vet dan volledig in
de krant en voer het af.
•
Giet de olie/het vet nooit in de goot-
steen, maar doe het altijd bij het huis-
houdelijke afval of informeer bij het
stadsbestuur naar een inzamelpunt.
26
NL
3
tot
5
keer
Het filter vervangen
Druk op de ontgrendelknop van het
deksel om deze te openen.
Trek het deksel omhoog en verwijder
het.
Na het gebruik
•
Draai de temperatuurregelaar naar de
minimum stand.
•
Verwijder de stekker uit het stopcon-
tact.
•
Plaats het mandje terug in de frituur-
pan.
•
Sluit het deksel.
•
Wacht tot de frituurpan volledig is af-
gekoeld alvorens ze op te bergen.
WAARSCHUWING
Oude of vieze olie/
vet kunnen spontaan
ontbranden als deze
oververhit raken. In het
geval van brand trekt u
onmiddellijk de stek-
ker uit het stopcontact
en sluit u het deksel.
Giet nooit water op
heet of brandend vet/
olie.