OBJ_BUCH-1347-002.book Page 74 Wednesday, May 11, 2011 7:35 AM
74 | Nederlands
Na afsluiting van de meting wordt het re-
sultaat voor het gevraagde lijnstuk „X" in
de resultaatregel c weergegeven. De
meetwaarde voor lijnstuk „1" en de hoek
„α" staan in de meetwaarderegels a.
Muuroppervlaktemeting (zie afbeelding F)
De muuroppervlaktemeting dient voor het bepalen van de
som van een aantal oppervlakten met een gemeenschappelij-
ke hoogte.
In het afgebeelde voorbeeld moet de totale oppervlakte wor-
den bepaald van een aantal muren met dezelfde hoogte A,
maar van verschillende lengte B.
Druk voor muuroppervlaktemetingen meermaals op de toets
functiewisseling 4 totdat in het display de indicatie voor
muuroppervlaktemeting
verschijnt.
Meet net als bij een lengtemeting de hoogte A van de ruimte.
De meetwaarde („cst") wordt in de bovenste meetwaardere-
gel a weergegeven. De laser blijft ingeschakeld.
Meet vervolgens de lengte B
ste muur. De oppervlakte wordt automa-
tisch berekend en in de resultaatregel c
weergegeven. De lengtemeetwaarde
staat in de middelste meetwaarderegel a.
De laser blijft ingeschakeld.
Meet vervolgens de lengte B
tweede muur. De in de middelste meet-
waarderegel a weergegeven afzonderlijke
meetwaarde wordt bij de lengte B
teld. Het totaal van de beide lengten
(„sum", weergegeven in de onderste
meetwaarderegel a) wordt met de opge-
slagen hoogte A vermenigvuldigd. De totale oppervlaktewaar-
de wordt in de resultaatregel c weergegeven.
U kunt een willekeurig aantal lengten B
opgeteld en met de hoogte A vermenigvuldigd.
Voorwaarde voor een correcte oppervlakteberekening is dat
de eerste gemeten lengte (in het voorbeeld de hoogte van de
ruimte A) voor alle deeloppervlakten identiek is.
Hellingmeting (zie afbeelding G)
Druk op de toets hellingmeting 3. In het display verschijnt de
indicatie voor de hellingmeting
de achterzijde van het meetgereedschap. Door nogmaals in-
drukken van de toets hellingmeting 3 worden de zijvlakken
van het meetgereedschap als referentievlak gebruikt en
wordt het displayaanzicht 90° gedraaid weergegeven.
Druk op de toets meten 2 om de meetwaarde vast te zetten en
in het meetwaardegeheugen over te nemen. Door nogmaals
indrukken van de toets meten 2 wordt de meting voortgezet.
Als de indicatie tijdens de meting knippert, wordt het meetge-
reedschap te sterk zijwaarts gekanteld.
Als u in de basisinstellingen de functie „digitale libel" heeft in-
geschakeld, wordt de hellingwaarde ook in de andere meet-
functies in regel d van het display 1 weergegeven.
2 609 140 807 | (11.5.11)
Timerfunctie
De timerfunctie helpt bijv. wanneer bewegingen van het
meetgereedschap tijdens de meting verhinderd moeten wor-
den.
Houd voor de timerfunctie de toets 6 ingedrukt totdat in het
display de indicatie verschijnt.
In de meetwaarderegel a wordt de tijdspanne vanaf het acti-
veren tot aan de meting weergegeven. De tijdspanne kan door
het indrukken van de plustoets 11 of de mintoets 5 tussen 1
en 60 seconden worden ingesteld.
Lijst van de laatste meetwaarden
Het meetgereedschap slaat de laatste 20 meetwaarden en de
van de eer-
bijbehorende berekeningen op en toont deze in omgekeerde
1
volgorde (laatste meetwaarde eerst).
van de
2
opge-
Als bij het opnieuw indrukken van de toets 7 geen andere me-
1
tingen zijn opgeslagen, keert het meetgereedschap terug
naar de laatste meetfunctie. Als u de meetwaardenlijst wilt
verlaten, drukt u een van de toetsen voor meetfuncties in.
Als u de weergegeven lengtemeetwaarde als constante wilt
opslaan, houdt u de toets meetwaardenlijst 7 ingedrukt tot-
meten. Deze worden
dat in het display „CST" wordt weergegeven. Een meetwaar-
X
devermelding kan niet achteraf als constante worden opge-
slagen.
Als u een lengtemeetwaarde wilt gebruiken in een meetfunc-
tie (bijv. oppervlaktemeting), drukt u op de toets meetwaar-
denlijst 7, kiest u de gewenste vermelding en drukt u ter be-
vestiging op de toets resultaat 6.
. Als referentievlak dient
Meetwaarden verwijderen
Door het kort indrukken van de toets 8 kunt u in alle meetfunc-
ties de laatst gemeten afzonderlijke meetwaarde verwijde-
ren. Door het meermaals kort indrukken van de toets worden
de afzonderlijke meetwaarden in omgekeerde volgorde ver-
wijderd.
Als u de weergegeven meetwaardevermelding uit de lijst wilt
verwijderen, drukt u kort op de toets 8. Als u de hele meet-
waardenlijst en de constante „CST" wilt verwijderen, houdt u
de toets meetwaardenlijst 7 ingedrukt en drukt u tegelijkertijd
kort op de toets 8.
In de functie muuroppervlaktemeting wordt de laatste meet-
waarde verwijderd als u de toets 8 de eerste keer kort indrukt,
bij de tweede keer indrukken alle lengten B
keer indrukken de ruimtehoogte A.
De meting vindt automatisch plaats na het
verstrijken van de ingestelde tijdspanne.
De timerfunctie kan ook bij afstandmetin-
gen binnen andere meetfuncties (bijv. op-
pervlaktemeting) worden gebruikt. Op-
telling en aftrekking van meetresultaten
en duurmeting zijn niet mogelijk.
Druk voor het opvragen van de opgesla-
gen metingen op de toets 7. In het display
verschijnt het resultaat van de laatste me-
ting, naast de indicator voor de meet-
waardenlijst e en de geheugenplaats voor
de nummering van de weergegeven me-
tingen.
en bij de derde
X
Bosch Power Tools