6.1
Zonne-energievloeistof bijvullen
Aanwijzing!
Voor het bijvullen van zonne-energievloeistof
hebt u een vulpomp nodig.
6
5
Afb. 6.1 Zonne-energievloeistof bijvullen
• Sluit de vulslang van de vulpomp (5) aan de onderste
vulaansluiting (6) van de zonneboilereenheid aan.
• Sluit een transparante slang (3) aan de onderste aan-
sluiting (4) van het terugloopvat aan om het vulpeil te
kunnen controleren.
• Open eerst het ventiel (1) en dan de ventielen (4) en
(6).
• Vul met de vulpomp zonne-energievloeistof bij tot het
vloeistofpeil in de transparante slang de markering (2)
op het terugloopvat bereikt.
• Sluit de ventielen (1), (4) en (6). Neem de transparante
slang en de vulslang af.
Attentie!
Als u teveel zonne-energievloeistof bijvult, kun-
nen functiestoringen aan het zonne-energiesy-
steem optreden.
Voor een perfecte werking van het zonne-ener-
giesysteem moet er zich minstens 1,8 l lucht in
het terugloopvat bevinden.
Installatie- en onderhoudshandleiding zonne-energieterugloopvat
6.2
Drukvereffening in het zonne-energiesysteem
uitvoeren
1
2
3
4
Afb. 6.2 Drukvereffening in het zonne-energiesysteem
uitvoeren
• Sluit een slang (1) aan de bovenste aansluiting van het
terugloopvat aan.
• Voer de drukvereffening uit, zoals beschreven in de
installatiehandleiding van het auroSTEP-systeem.
Gebruik voor de drukvereffening echter niet de boven-
ste aansluiting aan de zonneboilereenheid, maar de
bovenste aansluiting aan het terugloopvat.
• Neem de slang van de bovenste aansluiting van het
terugloopvat.
Aanwijzing!
Als de drukvereffening uitgevoerd is, is een her-
haling niet vereist zolang het zonne-energie-
systeem niet geopend wordt!
6.3
Dichtheid van het zonne-energiesysteem
controleren
• Controleer bij een lopende collectorpomp of uit de
schroefverbindingen van de zonnekoperbuis, vooral
aan het zonne-energieterugloopvat, zonne-energie-
vloeistof naar buiten komt.
Attentie!
Houd de zonne-energieaansluitingen aan het
terugloopvat bij het aanzetten tegen om schade
te vermijden.
Inbedrijfname 6
1
BE
7
NL