SD32PHL / SD40PHL
NL
Veiligheidsvoorschriften
1. De brugkrik kan alleen worden gemonteerd op
hefbruggen waarvoor de fabrikant goedkeuring heeft
verleend. Let op: Niet alle hefbruggen zijn geschikt
voor deze brugkrik! De capaciteit van de krik mag
max. 2/3 zijn van de hefbrug capaciteit.
2. Plaats de brugkrik met de geschikte draagarmen op
stevige, horizontale rails en zorg ervoor dat de krik
niet kan vallen. Zie "Montage Instructies" ingesloten
bij de draagarmen.
3. De hefarm is geconstrueerd om uitsluitend te worden
bediend door opgeleid personeel, dat deze hand-
leiding heeft gelezen en begrepen.
4. Controleer voor het liften dat de draagarmen van
de krik perfect op de rand van de brug of de put zijn
geplaatst.
5. De krik is slechts een heftoestel. Verplaats de wagen
met de krik.
6. Gebruik assteunen alvorens aan het voertuig te wer-
ken.
7. De krik niet overbelasten. Dit kan schade of slecht
functioneren van de krik tot gevolg hebben. Let ook
op extra belasting (bijv. geladen voertuig).
8. De last enkel opheffen op de draagpunten, voorge
schreven door de fabrikant. Zorg ervoor dat de
zadels niet kunnen wegglijden gedurende het heffen.
9. Als het complete voertuig d.m.v. 2 krikken wordt op
geheven, dan moeten de krikken op minimaal 0,85m
van elkaar worden geplaatst.
10. Centreer voortdurend de last. Plaats het zadel in het
midden van de krik, wanneer met slechts 1 zadel
heft. De uitschuifbare hefarmen mogen alleen gelijkti-
jdig worden gebruikt.
11. Het voertuig moet vrij kunnen draaien tijdens
optillen en zakken (zonder remmen en in neutrale
positie).
12. Niemand mag zich in, op of onder de last bevinden
als deze wordt opgetild, of enkel ondersteund wordt
door een krik.
13. De persoon die de krik bedient, moet er op toezien
dat de krik kan werken zonder enig gevaar voor zich-
zelf en derden.
14. Het overdrukventiel, dat vooraf ingesteld en verze-
geld is door de fabrikant, mag niet worden ontre-geld.
15. Maximum luchtdruk: 12 bar. Volledige capaciteit bij
8,5 bar.
16. Het negeren van de hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen kan leiden tot het verliezen van de last,
beschadiging van de krik en/of verwonding van de
gebruiker.
Montage
Zie "Montage Instructies".
Luchttoevoer via drukring aan de achterzijde, ¼" pijp-
draad.
Let erop dat de luchttoevoer is ingesteld met een beschik-
bare slanggeleiding, draad en spiraalslang. Raadpleeg
het hoofdstuk Accessoires van deze handleiding.
Gebruiksaanwijzing
Heffen: Draai de linker PVC-hendel de wijzers van de
klok mee, laat de krik vervolgens dalen tot de eerstvol-
gende veiligheidsstop door de hendel in tegenoverge-
(Translation of original text)
stelde richting te draaien.
Dalen: Laat de krik een beetje omhoog gaan, om de
vei-ligheidsstop uit te schakelen. Draai beide hendels de
wijzers van de klok in (links de terugloop van de pomp,
rechts de deblokkering van veiligheidsstop). Beide hen-
dels gaan automatisch terug naar de neutrale na het
loslaten.
Geluidsemissie: het A-gewogen geluidsdrukniveau is
max. 85 dB(A).
Onderhoud
Onderhoud en reparatiewerkzaamheden moeten al-
tijd worden uitgevoerd door opgeleid personeel. De
luchthydraulische pomp moet regelmatig met olie wor-
den gesmeerd. Het wordt daarom aanbevolen om een
waterafscheider en olienevelaar te monteren op de
persluchtleiding.
Dagelijks: Controleer de krik op schade + correcte posi-
tie van de draagarmen.
Maandelijks: Olie de mechanische delen. Maak de wa-
terafscheider leeg en vul de olienevelaar.
Bijvullen van olie en controle: Hef tot de max. hoogte
en verwijder de vulplug 0247000
juist onder het gat van de vulplug.
Waarschuwing: Nooit met de krik werken als de vulplug
verwijderd is (olietank komt onder druk te staan).
Hoeveelheid olie: 0,85 l. Elke goede hydraulische olie
met viscositeit ISO VG 15 mag worden gebruikt.
Nooit remolie gebruiken.
Veiligheidsinspectie
In overeenstemming met de nationale regelgeving,
momenteel minimaal een keer per jaar, moeten
de volgende onderdelen door een deskundige
worden gecontroleerd: Steunen en steunarmen
(bescherming tegen neerstorten), abnormale slijtage en
beschadigingen, lassen en het hydraulische systeem
op lekkage. Bovendien moet worden gecontroleerd of
stickers met betrekking tot veiligheid goed leesbaar zijn.
Mogelijke storingen verhelpen
1. De krik heft niet tot de maximale hoogte: vul het oliere-
servoir. Zie "onderhoud".
2. De krik kan niet voldoende heffen: controleer of de
terugloophendel in "neutraal" staat. Zowel trigger
6222600 (afgesteld met moer 0262700) en trig-
gerarm 6222702 (afgesteld met contramoeren 2 x
0201600 op de triggerspil van de pomp) moeten los
zitten zodat de relaisbuis perfect afsluit. Controleer
ook de luchttoevoer: minimaal 8,5 bar en 500 l/min.
3. De krik daalt niet tot de minimale hoogte: controleer
op beschadiging; smeer alle mechanische onder-delen.
4. De krik blijft zakken nadat de terugloophendel is los-
gelaten: Ontlucht de hydraulische cilinder met de
schroe 0262900.
Waarschuwing: de krik mag niet geladen zijn tijdens
de ontluchting.
Reserveonderdelen
Vervang versleten of kapotte onderdelen alleen door origi-
nele onderdelen geleverd door de fabrikant van het hefwer-
ktuig. Mogelijk zijn niet alle belangrijke onderdelen beschik-
baar als een model uit productie is genomen.
Vernietiging
Wanneer de krik na vele jaren gebruik is versleten en
moet worden vernietigd, dient de de olie te worden verwij-
derd en op legale wijze te worden verwerkt.
Correct oliepeil is tot
.