Installatie
Reinigen
Veeg de koelkast na het plaatsen schoon met warm water.
De stekker in het stopcontact steken
Onmiddellijk na de installatie kunt u de stekker in het stopcontact steken.
Wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, gaat de temperatuuraanduiding knipperen, zoals in
de afbeelding rechts, waarna de koelkast begint met koelen.
De temperaturen die op dat moment worden aangegeven zijn nog niet de feitelijke temperaturen.
Wanneer de koelkast de temperatuur van 8 °C heeft bereikt , het vriesvak de temperatuur van
-12 °C, en de zone voor vitaminebehoud de temperatuur van 8 °C, blijft de temperatuurweergave
constant branden en geeft deze de feitelijke temperatuur weer.
Het duurt ongeveer een halve dag om de ingestelde temperaturen te bereiken (wanneer de
omgevingstemperatuur ongeveer 32 °C is, er zich geen levensmiddelen in de koelkast bevinden,
en de deuren gesloten zijn).
De feitelijke temperatuurweergave kan enige tijd achterblijven wanneer de temperatuurweergave stopt met knipperen.
Plaats levensmiddelen pas in de koelkast nadat u hebt vastgesteld dat de binnenkant van de koelkast daadwerkelijk is
gekoeld.
Opmerkingen:
• Het koelen kan langer duren in de zomermaanden of wanneer de omgevingstemperatuur hoger is.
• Wanneer de temperatuurweergave knippert, klinkt er een waarschuwingstoon om aan te geven dat de temperatuur
gestegen is. Deze waarschuwingstoon kunt u uitschakelen door het indrukken van
• Als u de stekker van de koelkast uit het stopcontact moet trekken, wacht u dan minstens 10 minuten voordat u de
stekker weer in het stopcontact steekt. De kans bestaat anders dat de compressor van de koelkast beschadigt.
Kamertemperatuur
De klimaatklasse van de koelkast vindt u op het typeplaatje op de linkerzijkant van het koelgedeelte. Hierop staat de
omgevingstemperatuur aangegeven waarop de koelkast gebruikt kan worden.
Klimaatklasse
SN
(Uitgebreid Gematigd)
N
(Gematigd)
ST
(Subtropisch)
T
(Tropisch)
Voor energiebesparing
1. Plaats de koelkast in een droge, koele, en goed geventileerde ruimte. Hoe kouder de omgevingstemperatuur, des te
efficiënter de koelkast functioneert. (Ga naar pagina 37 voor afmetingen en vrije ruimte)
2. De combinatie van laden en legplaten waardoor de grootste ruimte ontstaat en de koelkast de minste energie verbruikt.
• Haal alle laden uit het vriesvak.
• Plaats de laden en legplaten in koelkast op de plaatsen zoals afgebeeld in het gedeelte "Onderdelen" (P.39).
3. Voor het behoud van de luchtcirculatie mag de koelkast niet te vol worden gevuld.
4. Open de deuren alleen wanneer dat noodzakelijk is en zo kort mogelijk.
5. Maak met de stofzuiger zo nu en dan de ventilatieopeningen aan de onderkant van de koelkast schoon, enz.
(Zorg dat u hierbij de koelleiding aan de binnenkant van de klep niet beschadigt)
6. Het stroomverbruik neemt toe wanneer u de "Diepvriesstand" aanzet.
38 38
(vervolg)
Toegestane omgevingstemperatuur
+10°C t/m 32°C
+16°C t/m 32°C
+16°C t/m 38°C
+16°C t/m 43°C
.