•
•
•
Nadat u de controles in de paragraaf 'Veiligheidscontroles vóór het opstarten' hebt uitgevoerd, kunt u de motor starten.
•
Duw de machine tijdens het zagen langzaam vooruit.
De loopsnelheid is afhankelijk van de toestand van het te zagen oppervlak.
Ga tijdens het zagen niet in een rechte lijn staan met het blad of de stroom van hete deeltjes.
Laat het blad nooit hard in de snede vallen.
Duw de zaag nooit hard vooruit ter voorkoming van schade aan het blad.
ophopen in de motor en raakt de omgeving niet vervuild.
VOORZICHTIG
van de bijgeleverde moersleutels.
wijst als de draaiing van het werktuig.
passerend door het zaagblad.
klemmen.
Bladmontage
letsel en schade aan de machine.
47