– De machine moet altijd stevig met
beide handen vastgehouden worden,
met de motor rechts van het lichaam
en de snijgroep onder het niveau
van de riem (Afb. 13, Afb. 14).
OPMERKING Tijdens het werk, is de accu
tegen volledige ontlading beschermd door
een beschermingssysteem dat de machine
uitschakelt en de werking ervan blokkeert.
OPMERKING De autonomie van de accu
(en dus de oppervlakte van de vegetatie die
gesneden kan worden alvorens de accu weer
op te laden) wordt beïnvloed door verschillende
factoren, beschreven in (par. 7.2.1).
6.4.1 Werktechnieken
6.4.1.a
Draadhouder
Gebruik ALLEEN nylondraad.
Het gebruik van metalen draden,
geplastificeerde metaaldraad of draad
die niet geschikt is voor de kop, kan
ernstige verwondingen veroorzaken.
a. In beweging snijden (Maaien)
Ga met een correcte houding te werk, met een
boogbeweging zoals bij traditioneel maaien,
zonder de draadhouder over te hellen (Afb. 15).
Probeer de juiste maaihoogte eerst uit in een
kleine zone, om een uniform maairesultaat
te verkrijgen door de draadhouder op een
constante afstand van het terrein te houden.
Voor zwaarder werk, kan het handig
zijn de draadhouder ongeveer 30°
naar links te laten hellen.
Doe dit niet wanneer voorwerp kunnen
wegspringen die personen of dieren kunnen
verwonden of schade kunnen aanrichten.
b. Precisiesnijden (Recht afsnijden)
Houd de machine lichtjes schuin zodat de
onderkant van de draadhouder niet in aanraking
komt met het terrein en de snijlijn zich op het
gewenste punt bevindt, waarbij de snij-inrichting
altijd ver van de gebruiker gehouden wordt.
c. Maaien vlakbij omheiningen
/ funderingen
Nader met de draadhouder langzaam de
omheining, paaltjes, stenen, muren, enz.
zonder kracht toe te passen (afb. 16).
Wanneer de draad een omvangrijke
hindernis raakt kan hij breken of
verslijten; wanneer hij blijft steken in een
omheining, kan hij bruusk afknakken.
In elk geval kan het snijden rond trottoirs,
funderingen, muren, enz. een overmatige
slijtage van de draad veroorzaken.
d. Maaien rond bomen
Loop rond de boom van links naar rechts
en nader de stam langzaam om er niet
met de draad tegen te komen; houd de
draadhouder een beetje naar voren (Afb. 17).
Hou er rekening mee dat de nylondraad kleine
heesters kan doorsnijden of beschadigen en
dat het contact tussen de nylondraad en de
stam van heesters of bomen met een zachte
schors de plant ernstig kan beschadigen.
6.4.1.b
Mes met 4 punten
Gebruik de machine als een traditionele
maaimachine, met een boogbeweging
van ongeveer 60-90° tot buiten de
begroeiing enzoverder (Afb. 18).
6.4.2 Afstelling van de lengte van de draad
van de draadhouder tijdens het werk
Deze machine is uitgerust met een draadhouder
met automatische vrijgave van de draad.
De lengte van de draad van de
draadhouder moet afgesteld worden:
– wanneer de draad verslijt en korter wordt;
– wanneer men voelt dat de rotatie van
de motor groter is dan normaal;
– wanneer de werkzaamheid van
het maaien vermindert.
Om nieuwe draad vrij te geven:
• de draadhouder tegen de grond kloppen
(Afb. 19) met de versnellingshendel
helemaal ingedrukt;
• De draad wordt automatisch vrijgegeven
en de draadhouder (Afb. 11.A) snijdt
de niet benodigde lengte af.
6.5 SUGGESTIES VOOR HET GEBRUIK
Men raadt aan, tijdens het gebruik het gras
dat zich rond de machine wikkelt, regelmatig
te verwijderen, om de oververhitting van de
motor te vermijden (Afb. 1.A), die te wijten zou
zijn aan het gras dat onder de beveiliging van
de snij-inrichting verklemd geraakt (Afb. 1.E).
Ga als volgt te werk:
– de machine stopzetten (par. 6.6);
NL - 14