– de accu verwijderen (par 7.2.2);
– stevige werkhandschoenen dragen;
– het gras verwijderen met een
schroevendraaier, om ervoor te zorgen
dat de motor correct afgekoeld wordt.
6.6 STOPPEN
Om de machine te stoppen:
6. De versnellingshendel loslaten
(Afb. 9.A, 10.A);
7. de contacttoets uitschakelen
(lichtje uit) (Afb. 9.C, 10.C);
8. Wachten tot de snij-inrichting stilvalt;
Na de machine stopgezet te hebben,
moet men enkele seconden wachten
vooraleer de snij-inrichting tot stilstand komt.
BELANGRIJK De machine steeds stoppen
tijdens verplaatsingen tussen werkzones.
Houd tijdens de verplaatsingen nooit de
vinger op de contacttoets om te vermijden
de machine ongewild in te schakelen.
6.7 NA HET GEBRUIK
• Haal de accu uit zijn zitting en
laad hem op (par 7.2.2).
• Plaats de mesbescherming wanneer
de snij-inrichting stil staat.
• Laat de motor eerst afkoelen vóór de machine
in elke willekeurige ruimte op te bergen.
• Reinig de machine (par. 7.3).
• Controleer of er geen onderdelen los of
beschadigd zijn. Vervang, indien nodig, de
beschadigde onderdelen en klem eventueel
schroeven en moeren die losgekomen
zijn weer vast of neem contact op met
het geautoriseerde dienstcentrum.
BELANGRIJK Verwijder steeds de accu
(par 7.2.2) en monteer de mesbescherming
elke keer wanneer de machine ongebruikt
of onbewaakt gelaten wordt.
7. GEWOON ONDERHOUD
7.1
ALGEMEEN
BELANGRIJK De in acht te nemen
veiligheidsnormen zijn beschreven in
hfdst. 2. Neem deze aanwijzingen strikt in acht
om geen ernstige risico's of gevaren te lopen.
Vooraleer eender welke ingreep
voor onderhoud aan te vangen:
• Breng de machine;
• haal de accu uit zijn zitting en
laad hem op (par 7.2.2).
• breng de mesbescherming aan wanneer
de snij-inrichting stil staat (tenzij aan
het mes zelf gewerkt moet worden);
• laat de motor eerst afkoelen vóór
de machine in elke willekeurige
ruimte op te bergen.
• draag geschikte kledij,
werkhandschoenen en een
beschermende bril;
• lees de desbetreffende instructies;
– De frequenties en de soorten ingrepen
zijn samengevat in de "Tabel Onderhoud"
(hfdst. 13). Het doel van de tabel is
om uw machine een optimale conditie
te laten behouden. Hierin staan de
voornaamste ingrepen en de tijden waarop
ze uitgevoerd moeten worden. Voer de
desbetreffende handeling uit in functie
van de eerstkomende vervaldatum.
– Het gebruik van niet originele wisselstukken
en toebehoren kan negatieve gevolgen
hebben op de werking en de veiligheid
van de machine. De fabrikant wijst alle
aansprakelijkheid af in geval van schade
of letsels veroorzaakt door die producten.
– De originele wisselstukken worden
geleverd door de geautoriseerde
dienstcentra en wederverkopers.
BELANGRIJK Alle werkzaamheden
voor onderhoud en afstelling die niet in
deze handleiding beschreven zijn, moeten
uitgevoerd worden door uw Wederverkoper
of door een gespecialiseerd Centrum.
7.2 ACCU
7.2.1 Autonomie van de accu
De autonomie van de accu (en dus de
oppervlakte van de vegetatie die bewerkt
kan worden alvorens de accu weer op
te laden) hangt hoofdzakelijk af van:
a. omgevingsfactoren, die leiden tot
een grotere energiebehoefte:
– maaien bij dikke, hoge, vochtige begroeing;
b. gedrag van de bediener, die moet vermijden:
– de machine vaak aan- en uit te
schakelen tijdens het werken;
NL - 15