- De generator dient enkel met apparatuur
gebruikt te worden waarvan de
de uitvoerspanning van de generator.
- Sluit de generator nooit op de
- Houd de kabellengte tot bij de verbruiker zo
kort mogelijk.
6.2 Aarding
De behuizing mag met de aarde verbonden
worden teneinde statische elektriciteit te
ontladen. Hiervoor verbindt u één uiteinde
de generator en het andere uiteinde met een
6.3 Milieubescherming
- Dank vervuild onderhoudsmateriaal en
bedieningsmateriaal bij het geëigende
inzamelpunt af.
- Recycle verpakkingsmateriaal, metaal en
plastic.
7. Bediening
7. Bediening
7.1 Voordat u begint met de generator
brandstof ingieten voordat u de motor kunt
starten.
- Controleer het brandstofpeil en vul bij
indien nodig.
- Zorg ervoor dat de generator voldoende
geventileerd is.
- Zorg ervoor dat de onstekingskabel op de
bougie is aangesloten.
36
- Inspecteer de onmiddellijke omgeving van
de generator.
- Ontkoppel alle elektrische apparatuur die
eventueel reeds op de generator aangesloten
is.
- Stel de gereedschappen niet aan
vochtigheid of stof bloot. Toelaatbare
hoogte boven zeeniveau 1000 m, relatieve
7.2 Starten van de motor
stand "ON".
Opmerking: bij het vervoeren van de
generator, u
"OFF" stand.
te de stand "ON"
- Opmerking: Deze generator is voorzien
comprimeren in de brandstoftank naar de
generator gemakkelijk te maken begon.
Belangrijk!
motor plotseling terugstoten wanneer deze
opstart, hetgeen verwondingen aan de hand
kan veroorzaken. Draag beschermende
handschoenen wanneer u de apparatuur
opstart.
7.3 Verbruikers op de generator aansluiten
Sluit de uitrusting die u gebruiken wilt op de
Belangrijk: