5) Diagnostiek
Elke staat van de sensor wordt via het tweekleurige led "C" aan de onderzijde van de sensor aangegeven. Aanwijzingen over die status kunt u in
onderstaande tabel A vinden.
Tabel A
1.
Geen enkele drempel overschreden en geen enkel pre-alarm: led uit.
2.
Winddrempel overschreden: rode led aan.
3.
Zondrempel overschreden: groene led aan.
4.
Zonsensor uitgeschakeld: groene led knippert met een pauze van 1 s.
5.
Pre-alarm "windmeter werkt niet": rode led knippert met een pauze van 0,25 s.
6.
Pre-alarm "zonsensor werkt niet": groene led knippert met een pauze van 0,25 s.
N.B.
• Als zowel de winddrempel (nr. 2) als de zondrempel (nr. 3) wordt overschreden, gaat alleen de rode led aan (de wind heeft voorrang).
• De functie "pre-alarm windmeter werkt niet" (nr. 5) geeft aan dat de sensor in de afgelopen 24 uur geen wind heeft geconstateerd.
• De functie "pre-alarm zonsensor werkt niet" (nr. 6) geeft aan dat in de afgelopen 24 uur de sensor geen enkele variatie in de intensiteit van het licht
heeft gemeten.
• Om te controleren of het werkelijk om een storig gaat, kunt u de bollen van de windmeter (nr. 5) laten draaien of de door de sensor ontvangen hoe-
veelheid licht wijzigen (nr. 6) door die bijvoorbeeld met uw hand af te dekken. Als het pre-alarm blijft bestaan, is er waarschijnlijk een defect.
6) Wat moet u doen indien... ofwel een kleine gids wanneer er iets niet goed functioneert!
Ook wanneer de windmeter draait op een snelheid hoger dan
de drempel die met de trimmer voor de wind is afgesteld, voe-
ren de aangesloten motoren de instructie omhoog (▲) niet uit.
Controleer of de spanning op de aansluitingskabels tussen sensor en
motor daadwerkelijk 24±5 Vdc is. Als er een andere waarde gemeten
wordt dient u te controleren of de motor ingeschakeld is en werkt; indien
er meerdere motoren of besturingseenheden op dezelfde sensor zijn
aangesloten dient u te controleren of bij de aansluiting de kleuren van de
kabels of de klemmetjes van de besturingseenheid in acht genomen zijn.
De aansluitingen zijn in orde en er bestaat een spanning van
ongeveer 24±5 Vdc op de aansluiting tussen sensor en motor,
maar wanneer men de windmeter laat draaien, vindt er geen
manoeuvre omhoog (▲) plaats.
De drempel die met de trimmer voor de wind is afgesteld moet meer dan
7) Technische gegevens
!
Teneinde haar producten steeds meer te vervolmaken behoudt NICE S.p.a. zich het recht voor op elk gewenst moment en zonder
voorbericht wijzigingen in haar producten aan te brengen, waarbij functionaliteit en gebruiksbestemming echter gehandhaafd blijven.
N.B.: alle technische gegevens hebben betrekking op een omgevingstemperatuur van 20°C.
7.1) Algemene gegevens
Stroomvoorziening
Bescherming IP
Bedrijfstemperatuur
Box
7.2) Gegevens sensoren
Windmeter
Zonsensor
22
24±5 Vdc met serieel geschakelde weerstand > 500 Ohm
34
-20÷55 °C
Afmetingen
W = 120 mm
L = 215 mm
H = 85 mm
Gewicht
250 g
Range
Resolutie
Afstelling drempelniveaus
Pre-alarm
Range
Resolutie
Afstelling drempelniveaus
Pre-alarm
3 seconden worden overschreden; laat de windmeter op een adequate
snelheid draaien en probeer eventueel de trimmer voor de wind op het
minimum af te stellen.
De controle van de windfunctie is gunstig verlopen maar de
controle van de zonfunctie niet.
De uitrolmanoeuvre wegens zon wordt alleen aangestuurd als de inge-
stelde drempel langer dan 2 minuten overschreden wordt. Probeer de
stroom van de motor uit en weer in te schakelen en herhaal de test; stel
de trimmer voor de zon eventueel op het minimum af. Als het probleem
blijft bestaan, dient u te controleren of de zonsensor niet is uitgeschakeld
(zie tabel A, nr. 4) met een schakelaar die op de klemmetjes met de grij-
ze kabels is aangesloten. Controleer dat er geen instructie "zon-off" met
zenders ERGO4 en PLANO4 aan de motoren is gegeven.
Gebruik alleen motoren of besturingseenheden die
voor gebruik van Volo gereed zijn!
0÷125 Km/h
1 Km/h
van 5 tot 80 Km/h
Na 24 h zonder wind
0÷64 Klux
1 Klux
van 5 tot 60 Klux
Na 24 h zonder verandering in de intensiteit van het licht
L