Ga in onbekende omgevingen zeer voor-
■
zichtig te werk. Er kan sprake zijn van
verborgen gevaren, bijv. stroom- en ander
nutsleidingen.
Het gereedschap is niet geschikt voor gebruik
■
in zones met explosiegevaar en is niet geïso-
leerd voor contact met elektrische stroom.
Wees zeer voorzichtig bij het aanbrengen van
■
bevestigingselementen in bestaande wanden
of andere blinde oppervlakken, om contact
met hierin verborgen objecten of personen
aan de andere zijde (bijv. elektrische kabels,
gasleidingen) te verhinderen.
Gevaren door stof en uitlaatgassen
Wordt het gereedschap gebruikt in
■
een omgeving met veel stof, kan het
stof hierdoor opwervelen en een
gevaarlijke situatie veroorzaken. De
risicobeoordeling moet ook rekening houden
met stof dat ontstaat door het gebruik van
het gereedschap en de mogelijkheid dat
aanwezig stof zal opwervelen.
De uitlaatgassen zo richten, dat de stofbe-
■
lasting in een met stof gevulde ruimte wordt
beperkt.
Bij gevaren door stof of uitlaatgassen ligt
■
de prioriteit bij het beheersen hiervan door
het wijzigen van de uitblaasrichting van het
gereedschap.
Gevaren door geluidsbelasting
Onbeschermd contact met hoge geluids-
■
niveaus kan tot blijvende gehoorschade,
doofheid en andere problemen, zoals tinnitus
(zoemen, piepen of brommen in de oren). De
risicobeoordeling en het implementeren van
geschikte controles voor dergelijke gevaren
zijn daarom van wezenlijk belang.
Tot de geschikte maatregelen voor verminde-
■
ring van het gevaar behoren onder andere
maatregelen voor het dempen van materialen,
om de verhinderen dat werkstukken resoneren.
Gebruik een geschikte gehoorbescherming.
■
Bedien en onderhoud het gereedschap
■
volgens de aanbevelingen in de paragrafen
werkinstructies en onderhoud / verzorging,
om een onnodig hoog geluidsniveau te
vermijden.
110
Veiligheidsaanwijzingen
Gevaren door trillingen
■
■
■
■
■
■
■
Extra veiligheidsaanwijzingen voor
gasaangedreven apparaten
■
■
■
■
■
■
■
■
Voor het uitvoeren van een risicobeoordeling
i.v.m. deze gevaren en geschikte controles, is
de betreffende informatie van wezenlijk belang.
Trillingen kunnen tot schade aan zenuwen en
bloedtoevoer van handen en armen leiden.
Draag bij koude omstandigheden warme kle-
ding en houd uw handen warm en droog.
Constateert u een doof gevoel, tinteling, pijn
of het lichter worden van de huid van vingers
en handen, bezoek dan een gekwalificeerde
arts en informeer deze over alle uitgevoerde
activiteiten.
Bedien en onderhoud het gereedschap zoals
aanbevolen in deze handleiding, om een
onnodige toename van het trillingsniveau te
vermijden
Houd het gereedschap vast met een lichte,
maar stevige greep, want het gevaar voor
trillingen is over het algemeen hoger als bij het
grijpen meer kracht wordt gebruikt.
Wordt een bediener langdurig blootgesteld
aan gereedschapstrillingen, bestaat het gevaar
dat de bediener wordt blootgesteld aan herha-
lende belastingen.
Gasaangedreven apparaten mogen alleen
met gaspatronen worden gebruikt, die in de
apparaatspecificaties staan vermeld.
Wees voorzicht bij het gebruik van gasaan-
gedreven apparaten, omdat ze heet kunnen
worden, waardoor uw grip en controle negatief
wordt beïnvloed.
Gebruik gasaangedreven apparaten uitsluitend
in geventileerde ruimten.
Vloeibaar brandbaar gas, dat in contact komt
met de huid, kan leiden tot letsel.
Zorg dat brandbare materialen niet worden
blootgesteld aan hete uitlaatgassen.
Gebruik gasaangedreven apparaten niet in
omgevingen met explosiegevaar, omdat de
vonken in het apparaat brand of een explosie
kunnen veroorzaken.
Bij gasaangedreven apparaten kan tijdens
normaal bedrijf een geringe hoeveelheid gas
vrijkomen.
Gastanks moeten zijn gemarkeerd volgens het
vereiste transportvoorschrift.