de rugsteun (D) (Afb. 10).
Steek de buikgordel van de auto onder de armleuning van het zitje (E)
in het stoeltje (Afb. 11).
Haal beide veiligheidsgordels door de openingen in de rugleuning (D)
van het stoeltje (Afb. 12).
Steek ze beiden onder de armleuning van het zitje (E) in het stoeltje.
Maak de veiligheidsgordel van de auto vast (Afb. 13).
Trek de gordel goed aan, controleer of de gordel nergens opgerold is
en goed onder de armleuningen van het stoeltje zit.
Het stoeltje uit de auto halen
Maak de veiligheidsgordel los, haal hem uit het stoeltje en laat hem
oprollen.
Voor de versies uitgerust met isofix-connectoren
Maak de connectoren (N) los door op de rode knop te drukken (Afb. 14).
Plaats de connectoren (N) terug in hun bergruimte onder het zitje
(G) van het stoeltje.
Het kind in het stoeltje zetten
Druk op de stelinrichting (J) en trek tegelijkertijd aan beide
veiligheidsgordels (E) van het stoeltje (Afb. 15).
Druk op de rode knop op de gesp (K) om deze te openen (Afb. 16).
Neem de gordels weg en leg ze aan de zijkanten van het stoeltje.
Zet uw kind in het stoeltje.
Houd de haken tegen elkaar en steek ze in de gesp (K). Een klik geeft
aan dat de gesp correct sluit (Afb.17).
Trek de kussentjes (C) naar onder op de schouders en de borst van
het kind (Afb. 18).
Trek aan de riem van de stelinrichting (H) totdat de veiligheidsgordels
(E) goed tegen het kind zitten (Afb. 19).
Opgelet: Controleer regelmatig tijdens de reis of het kind zich niet
NL
losgemaakt heeft.
Het kind uit het stoeltje halen
Druk op de stelinrichting (J) en trek tegelijkertijd aan beide
veiligheidsgordels (E) om ze weg te nemen (Afb. 20).
Druk op de rode knop op de gesp (K) om deze te openen (Afb. 21).
Haal de veiligheidsgordels weg van het kind.
Categorie 2 en 3 (van 15 tot 36 kg) met rugleuning
Demonteer de gordels van het stoeltje voordat u het gebruikt voor
kinderen van categorie 2 of 3.
De gordels op het stoeltje demonteren
Maak beide veiligheidsgordels (E) uit de metalen haak (O) los en haal
ze achter de rugleuning uit (Afb. 22).
Trek het bevestigingsplaatje uit de kussens (R) uit de rugleuning (D)
(Afb. 23).
Draai het stoeltje ondersteboven en trek de gordels (E) er helemaal
uit (Afb. 24).
Steek de metalen clip van de gesp (K) door de opening in het zitje (G)
en trek de gesp uit het stoeltje (Afb. 25).
Het kind in het stoeltje zetten
Plaats het stoeltje zodanig op de autostoel dat het geheel tegen de
zitting en de rugleuning ervan zit.
Voor de versies uitgerust met isofix-connectoren
Maak de isofix-connectoren (N) vast zoals aangeduid in de paragraaf
Gebruik van de isofix-connectoren.
50