C0 Testmodus voor Magic-Door-Control (optie)
Radiosignaal, maximaal 15 seconden:
0= geen signaal
1= eindstand OPEN
2= eindstand DICHT
3= opengaan
4= dichtgaan
5= staat op traject
7= fout
8= obstakel
1)
Als de krachttoevoer (A5, A6) >3 en/of de
automatische sluiting (b4) op AAN (>0) is ingesteld,
mag de deur alleen met een extra veiligheidsinrichting
worden gebruikt.
LET OP: om ervoor te zorgen dat de sluitkrachten voldoen
aan de grenswaarden conform EN 12453, moeten bij
Basematic 42, Superior 42/+42/+42 WIDE met loopdeur,
Secura met loopdeur, Comfort met loopdeur en SSD de
parameters A1 op 008; A2 op 003 en A6 op 000 worden
ingesteld. Dit werk moet worden uitgevoerd door
gekwalificeerd technisch personeel.
19 Reset
LET OP: Na de reset is er geen bescherming meer
door krachtuitschakeling! Lees vóór het weer in
gebruik nemen de deuraandrijving opnieuw in. Daartoe
Deuraandrijving inlezen (Hoofdstuk 15) uitvoeren.
Reset (opgeslagen waarden van de programmering)
Tijdens 1 van de 3 statusmeldingen A, B of C (zie Hoofdstuk
10) gelijktijdig de toets
menu
houden. Na een paar seconden knippert het lampje (r), dan
wordt L4 weergegeven en is de rest klaar.
De handzenders worden niet gewist.
Reset, fabrieksinstelling
• Stekker (1, groen) eraf trekken.
• Tijdens 1 van de 3 statusmeldingen A, B of C (zie 10)
gelijktijdig de toetsen
seconden indrukken. Het lampje knipper eerst langzaam,
dan sneller (r). Dan verschijnt weer de statusweergave, de
reset is uitgevoerd.
De onder Programmering (Hoofdstuk 18) weergegeven
waarden zijn ingesteld. De handzenders worden niet
gewist.
20 Extra veiligheidsvoorzieningen
aansluiten
Fotocel
Functie: Bij gebruik van de veiligheidsingang (contact wordt
geopend) stopt de aandrijving en gaat terug naar de
eindstand OPEN.
Als bovendien de functie "Automatisch sluiten" is geactiveerd,
gaat de aandrijving na de 3e opeenvolgende obstakelmelding
naar de positie Eindstand OPEN en schakelt uit.
Aansluiting: Trek de stekker met gele brug op de externe
aansluiting A 2 los en bewaar deze. Veiligheidsinrichting erop
steken.
Veiligheidsstrip, optosensor
waarschuwingslampje
uitbreidingsmodules aangesloten.
60 / 206
indrukken en ingedrukt
en menu
langer dan 12
en
worden d.m.v.
Noodstop
0
Functie: als de aangesloten veiligheidsvoorziening tijdens
het dichtgaan van de deur geactiveerd wordt (contact
geopend), dan stopt de deur onmiddellijk. Na het sluiten van
het noodstopcontact kan de deuraandrijving met de volgende
impuls weer in beweging gezet worden.
Aansluiting: trek de stekker met groene brug op de externe
aansluiting 5 los en bewaar deze. Veiligheidsinrichting erop
steken.
21 Extra aansluitingen
Extra verlichting
Het aansluiten mag alleen door een erkend elektricien
worden uitgevoerd. Naast het aandrijvingslampje (5 W LED-
lamp) kan een extra verlichting van max. 60 W (geen TL-buis)
op de klemmen 1 en 2 worden aangesloten.
Notitie: sommige energiespaarlampen kunnen het
radiosignaal storen.
Externe impulsingang
Aan de klemmen 18 en 19 kan een extern impulssignaal (bijv.
wandtoets) worden aangesloten. Vast geïnstalleerde
bedieningselementen als schakelaars e.d. moeten op een
hoogte van minstens 1,5 m en binnen gezichtsafstand van de
deur, maar altijd buiten de actieradius van bewegende delen
worden gemonteerd. Sleutelschakelaars kunnen op
geringere hoogte worden geïnstalleerd.
Extra antenne
Aan de klemmen 21 en 20 (GND) kan een externe antenne
worden aangesloten werden. De interne antenne (klem 21)
moet worden afgeklemd.
19
20
21
Afbeelding: Besturingsprintplaat. Zie ook pagina 206.
22 Storingen verhelpen
Stoorfrequenties
Radiosignalen van andere 868 MHz-zenders kunnen een
storende invloed op de deuraandrijving hebben.
Zelftest
Na het inschakelen vindt bij elke motorbekrachtiging en elke
2,25 h in de ruststand een zelftest plaats.
Storingsvrij = statusmelding.
Foutmeldingen
2
EEprom-gegevens
3
Stroommeting
4
Hardware Fotocel
5
Uitschakeling thyristoren
6
Uitschakeling relais
7
Watchdog-test
8
ROM-test
9
RAM-test
IP2285 11/2017
18
2
1
Magic 600-2