Verwijderen en aanbrengen van het
zaagblad (Fig. A, B1, B2)
1. Zet de arm in de hoogste ruststand en schuif met behulp
van de lip (
42
) de beschermkap
beschermkap ingetrokken (Fig. B1).
2. Druk de spindelvergrendeling
(Fig. B2).
3. Draai het zaagblad rond tot de spindelvergrendeling tegen
de positioneringsnok in de flens grijpt.
4. Draai de klemboutdeksel
11
5. Verwijder met de inbusssleutel
naar links te draaien en verwijder daarna de sluitring
platte ring
27
en de borgflens
6. Verwissel het zaagblad
13
de correcte draairichting op de flens
7. Monteer het zaagblad met de tegenflens
sluitring
27
en borgring
29
8. Plaats de beschermkap terug en laat de
spindelvergrendeling
los.
5
WAARSCHUWING: De tanden van een nieuw blad zijn
erg scherp en kunnen gevaarlijk zijn.
Opspannen van het werkstuk (Fig. A, C1, C6)
De machine is voorzien van een materiaalklem
1. Trek de hendel
14
naar de slinger
2. Druk de schroefspil
van de klem naar voren tot de
32
klembek
33
het werkstuk bijna raakt.
3. Druk de hendel
14
naar de klembek
schroefspil
32
grijpt.
4. Draai de slinger 31) rechtsom en klem het werkstuk
stevig vast.
5. Om het werkstuk los te maken draait u de
slinger
linksom.
31
WAARSCHUWING:
•
Span het werkstuk zo ver mogelijk naar de gebruiker
toe op.
•
Stel de klempositie in voor neerwaarts afkorten
zolang de dikte van het werkstuk niet groter is dan
de maximum capaciteit voor neerwaarts afkorten
(Fig. C2).
-
De maximumcapaciteit voor neerwaarts afkorten
wordt gemarkeerd door sleuf
-
Ga door met het instellen van de klempositie zoals
hieronder beschreven.
•
Probeer altijd om het werkstuk zodanig op te spannen
dat een minimaal aantal tanden door het materiaal
hoeft te zagen (Fig. C4).
•
Ondersteun lange werkstukken met een stuk hout
(Fig. C3). Zet het af te zagen einde
Verticale klem (Fig. C5, C6)
De verticale klem
wordt gebruikt voor het opwaarts afkorten
16
van brede of ongelijkmatig gevormde werkstukken (Fig. C5).
4
terug. Houd de
5
in en houd deze ingedrukt
uit de weg (Fig. B1).
10
de bout
12
door deze
, de
29
28
(Afb. B2).
. Zorg dat het nieuwe zaagblad in
30
is geplaatst.
, de
28
en de klembout
12
.
6
(Fig. A).
31
toe (Fig. C1).
33
toe tot hij in
36
.
15
34
niet vast.
1. Steek de verticale klem
16
de klem
16
op het werkstuk rust (Fig. C5).
2. Duw de hendel
18
omlaag om het werkstuk vast
te klemmen.
3. Duw de hendel
omhoog om de klem
18
WAARSCHUWING: Gebruik altijd de verticale klem tijdens
het opwaarts afkorten.
Materiaalklem (Fig. C1)
De materiaalklem is voorzien van een mechanisme waarmee
het werkstuk snel kan worden vrijgezet.
•
Om de klem los te maken, draait u de handgreep
of twee slagen linksomen trekt u de hendel
handgreep
31
toe.
Instellen van de klempositie (Fig. C1, C6)
De klempositie kan al naar gelang het zaagblad
worden ingesteld.
1. Trek de klemhendel
naar de handgreep
19
en trek de positiefixeerpin
zetten (Fig. C6).
2. Verschuif de aanslag
7
zover als nodig.
3. Duw de klemhendel
naar de zaagtafel
19
aanslag
7
vast te zetten (Fig. C1).
WAARSCHUWING: Als de weerstand van de klemhendel
te licht is, draai dan de twee stelbouten op de aanslag
iets vaster.
Instellen van de zaaghoek (Fig. C1, C6)
De machine kan worden gebruikt voor het maken an
verstekhoeken tot 45°
1. Trek de klemhendel
19
naar de handgreep
aanslag
7
vrij te zetten (Fig. C1).
2. Stel de geleider
op de gewenste hoek in. De hoek kan
7
worden afgelezen op de schaal
sleuf
36
als referentie (Fig. C6).
3. Duw de klemhendel
naar de zaagtafel
19
aanslag vast te zetten (Fig. C1).
4. Indien aanvullende opspanning is gewenst, kan de
verstekhoek verder worden vastgezet in de 90°- en
45°-afkortposities.
a. Breng de geleider
7
in lijn met sleuf
sleuf
39
om de 90°- of 45°-afkortpositie vast te zetten
(Fig. C6).
b. Steek de pin
door de geleider in een van de
20
gaten
40
.
Controleren en aanpassen van de
verstekschaal (Fig. C1, D1, D2)
1. Trek de klemhendel
19
naar de handgreep
aanslag vrij te zetten (Fig. C1).
2. Trek de arm naar beneden en vergrendel hem in deze stand
door de blokkeerstift
21
in te drukken (Fig. D2).
nEDERLanDs
in het gat
in de bank totdat
17
los te zetten.
16
een
31
14
naar de
(Fig. C1) toe
31
20
uit om de aanslag
7
vrij te
terug om de
9
31
toe om de
35
. Gebruik de rand van de
terug om de
9
37
, sleuf
38
of
31
toe om de
51