Motorbeveiliging - Wilo Control SC-Booster Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 259
Nederlands
Als het ingangssignaal niet beschikbaar is wan -
neer de herconfiguratie van de gewenste waarde
is geactiveerd (bijvoorbeeld als gevolg van een
kabelbreuk), wordt een foutmelding weergegeven
en gebruikt de regelaar de geselecteerde interne
gewenste waarde 1 of 2 (zie 'Omschakeling
gewenste waarde').
Werkingsomkeer van de verzamelstoringsmel -
ding (SSM)
In menu 5.5.2.0 kan de gewenste logica van de
SSM worden ingesteld. Hierbij kan worden geko -
zen tussen negatieve logica (dalende flank in
geval van een storing = 'fall') of positieve logica
(stijgende flank in geval van een storing = 'raise').
Functie van de verzamelbedrijfsmelding (SBM)
In het menu 5.5.1.0 kan de gewenste functie van
de SBM worden ingesteld. Hierbij kan worden
gekozen tussen 'Ready' (schakeltoestel is
bedrijfsklaar) en 'Run' (minstens één pomp draait).
Veldbusverbinding
De schakelkast is seriematig voorbereid voor
een verbinding via ModBus RTU. De verbinding
wordt via een RS485-interface tot stand gebracht
(elektrische aansluiting overeenkomstig hoofd -
stuk 7.2.10).
Het schakeltoestel werkt als Modbus-slave.
De basisinstellingen staan in menu's 5.1.1.0
t/m 5.1.1.4.
Via de Modbus-interface kunnen verschillende
parameters gelezen en deels ook gewijzigd wor -
den. Een overzicht van de afzonderlijke parame -
ters alsmede een beschrijving van de gebruikte
gegevenstypen zijn in de bijlage afgebeeld.
Leiding vullen
Om drukpieken te voorkomen bij het vullen van
lege of onder geringe druk staande buisleidingen
of om buisleidingen zo snel mogelijk te vullen kan
de functie 'Leiding vullen' worden geactiveerd
(menu 5.8.1.0). Hierbij kan worden gekozen tus -
sen de modi 'slow' en 'fast' (menu 5.8.2.0).
Als de functie 'Leiding vullen' is geactiveerd, wordt
na opnieuw starten van het systeem (inschakelen
van de netspanning; extern Aan; aandrijvingen
Aan) gedurende een in menu 5.8.3.0 instelbare tijd
een bedrijf conform onderstaande tabel uitge -
voerd:
Modus 'slow'
SCe
1 pomp draait met
toerental volgens
menu 5.8.4.0
SC...FC
1 pomp draait met
toerental volgens
menu 5.8.4.0
SC
1 pomp draait met
constant toerental
12
Modus 'fast'
Alle pompen draaien
met toerental volgens
menu 5.8.4.0
Basislastpomp draait
met toerental volgens
menu 5.8.4.0
Alle pieklastpompen
draaien met constant
toerental
Alle pompen draaien
met constant toerental
Storingsomschakeling meerpompsinstallaties
SC-schakeltoestellen met frequentie-
omvormer (FC):
Bij storing van de basislastpomp wordt deze uit -
geschakeld en wordt een andere pomp aan de fre -
quentie-omvormer geschakeld. Bij storing van de
frequentie-omvormer werkt het schakeltoestel als
een SC-schakeltoestel zonder frequentieomvormer.
SC-schakeltoestellen zonder frequentie-
omvormer:
Bij storing van de basislastpomp wordt deze uit -
geschakeld en wordt een van de pieklastpompen
als basislastpomp beheerd.
SCe-schakeltoestellen:
Bij storing van de basislastpomp wordt deze uit -
geschakeld en neemt een andere pomp de
regelfunctie over.
Een storing van een van de pieklastpompen leidt
altijd tot uitschakeling ervan en tot bijschakeling
van een andere pieklastpomp (evt. ook de reser -
vepomp).

6.2.2 Motorbeveiliging

Beveiliging tegen overtemperatuur
Motoren met WSK (wikkelingsveiligheidscontact)
melden aan de besturingseenheid een overtem -
peratuur van de wikkeling door openen van een
bimetaalcontact. WSK wordt aangesloten volgens
het schakelschema.
Storingen van motoren die voor de beveiliging
tegen overtemperatuur zijn uitgerust met een
temperatuurafhankelijke weerstand (PTC), kun -
nen door middel van optionele relais worden
geregistreerd.
Beveiliging tegen overstroom
Direct startende motoren worden beveiligd via
motorbeveiligingsschakelaars met thermische en
elektromagnetische uitschakelaar. De uitschakel -
stroom moet direct op de motorbeveiligingsscha -
kelaar worden ingesteld.
Motoren met Y-∆-start worden beveiligd via ther -
mische overbelastingsrelais. Deze zijn direct op de
motorbeveiligingen geïnstalleerd. De uitschakel -
stroom moet worden ingesteld en bedraagt bij de
gebruikte Y-∆-start van de pompen 0,58 * I
Alle motorbeveiligingsinrichtingen beschermen
de motor bij bedrijf met de frequentie-omvormer
of bij netbedrijf. Aan het schakeltoestel opgelo -
pen pompstoringen leiden tot uitschakelen van
de desbetreffende pomp en tot activeren van
de SSM. Na het oplossen van de storingsoorzaak
moet de fout worden gereset.
De motorbeveiliging is ook actief bij handbedrijf
en leidt tot een uitschakeling van de desbetref -
fende pomp.
In de uitvoering SCe beschermen de motoren van de
pompen zichzelf via in de frequentie-omvormers
geïntegreerde mechanismen. De foutmeldingen van
de frequentie-omvormers worden in het schakel -
toestel behandeld zoals hierboven is beschreven.
.
N
WILO SE 09/2018

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Control sc-fc-boosterControl sce-booster

Tabla de contenido