9. AC of batterijvoeding
a. AC voedingsindicator
De AC voedingLED brandt wanneer de AC voeding normaal is ; hij knippert als er een AC stroomstoring is. Het
controlepaneel produceert één pieptoon iedere 30 seconden gedurende een stroomstoring.
b. Batterijtest
Het systeem voert een dynamische batterijtest uit op de noodbatterij door de AC-voeding gedurende 2 minuten te
onderbreken en de batterij onder belasting te controleren.
• De batterijtest kan worden geprogrammeerd (zie "8.k. De periodieke batterijtest instellen").
• De batterijtest kan op ieder ogenblik manueel worden gestart door een gebruikercode, ' ', '4' en '#' in te geven.
• De batterijstatus wordt altijd weergegeven op de BATTERY LED.
• Het systeem stoot iedere 30 seconden een pieptoon uit wanneer de batterij zwak is, tot een nieuwe test de batterij
terug normaal bevindt.
• De batterijtest wordt niet uitgevoerd tijdens een AC stroomstoring of wanneer het systeem in alarmmode is.
c. 'Batterij zwak'-indicatie & Auto Reset
• De 'batterij zwak'-indicatie begint bij 11.0V onder belasting tijdens de batterijtest.
• De 'batterij zwak'-indicatie begint bij 11.0V gedurende meer dan 2 minuten tijdens een AC stroomstoring.
• Het systeem zal worden gereset om zichzelf uit te schakelen wanneer de batterijspanning tot 10V zakt tijdens een
AC stroomstoring.
d. Opstartvertraging
Het systeem kan worden ingesteld met of zonder opstartvertraging door op locatie 85 de gewenste code in te geven.
De AC POWER en BATTERY LEDs knipperen om beurt en het systeem werkt niet tijdens de opstartvertraging.
e. Noodbatterij
De batterij moet van het 12V/1.2Ah gesloten herlaadbare loodzuur type zijn. Ze wordt beschermd door een 1.5A
zelfherstellende zekering. De maximale laadstroom voor de batterij is 350mA. De standby-tijd is ongeveer 16 uur bij
250mA. De noodbatterij dient iedere 3 tot 5 jaar te worden vervangen.
10. De behuizing openen
De metalen behuizing van de HAM982K is beschermd door een ingebouwde tamperschakelaar die standaard
verbonden is met zone 8, een standaard 24u continu beschermingszone. Wanneer de behuizing wordt geopend, zal
de tamperschakelaar het alarm in werking zetten.
Om de behuizing te openen, dient de tamperschakelaar eerst te worden geïsoleerd. Dit kan op 2 manieren:
1. door enkel zone 8 te isoleren: geef een gebruikercode in, druk op 'ISOLATE', dan op '8' en sluit af met '#'. De
tamperschakelaar is nu geïsoleerd – de zone 8 LED zal langzaam knipperen.
2. door het systeem in programmeermode te zetten: geef de master code in druk twee keer op ' '. Het systeem is
nu in programmeermode, de PROGRAM LED licht op en alle zones (ook 8) zijn uitgeschakeld.
De behuizing kan nu worden geopend zonder het alarm in werking te stellen. Om de behuizing open te kunnen laten
tijdens testen en inschakelen van het systeem, kan er een verbinding (jumper) worden gemaakt tussen de polen van
de tamperschakelaar zodat zijn functie wordt uitgeschakeld. Vergeet achteraf de verbinding niet weg te nemen,
uiteraard nadat zone 8 opnieuw is geïsoleerd.
HAM982K_v2
21
VELLEMAN