VOORZORGSMAATREGELEN
2.
Lees voor de installatie van de componenten de instructies in deze handleiding zorgvuldig door. Het is raadzaam de
gemarkeerde instructies zorgvuldig te volgen. Niet-naleving van deze instructies kan tot onbedoeld persoonlijk letsel
leiden of schade aan het product veroorzaken.
VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN
1. Controleer of uw auto een 12 VDC elektrisch systeem met een negatieve massa heeft.
2. Controleer de conditie van uw dynamo en accu om er zeker van te zijn dat ze de toename van het verbruik aankunnen.
3. Voer geen installatie in de motorruimte of blootgesteld aan water, buitensporige vochtigheid, stof of vuil uit.
4. Laat de kabels nooit buiten het voertuig lopen en installeer de versterker niet naast elektronische versnellingsbakken.
5. Installeer de versterker in de auto op een plaats waar de temperatuur tussen 0°C is (32°F) en 55°C (131°F) is. Laat op ten minste 5
cm (2") ruimte tussen de versterker en wanden van de auto vrij. Er moet een goede luchtcirculatie zijn op de plaats waar de versterker
is geïnstalleerd. Als u het koellichaam bedekt, schakelt de versterker de beveiliging in.
6. De versterker kan temperaturen van ongeveer 80°C (176°F) bereiken. Controleer of het niet gevaarlijk heet is alvorens het aan te raken.
7. Maak de versterker periodiek schoon zonder gebruik te maken van agressieve oplosmiddelen die schade aan het apparaat toe kunnen
brengen. Gebruik geen perslucht om het apparaat schoon te maken, omdat het vaste deeltjes in de versterker kan blazen. Dompel
een doek in water met zeep, wring het uit en maak hiermee de versterker schoon. Gebruik vervolgens een doek die alleen met water is
bevochtigd; maak uiteindelijk de versterker schoon met een droge doek.
8. Zorg ervoor dat de locatie die u voor het installeren van de componenten wilt gebruiken niet de normale werking van mechanische of
elektrische apparaten van het voertuig stoort.
9. Zorg ervoor dat de voedingskabel tijdens de installatie en aansluiten op de batterij niet wordt kortgesloten.
10. Wees zeer voorzichtig bij het boren of snijden in het chassis en controleer of er onder of in het geselecteerde gebied geen kabels of
structurele elementen voorkomen, die essentieel zijn voor de werking van het voertuig.
11. Zorg bij het leggen van de voedingskabels ervoor dat de kabels niet over scherpe randen lopen of in de buurt van bewegende
mechanische apparaten komen te liggen. Gebruik rubberen ringen om de draad te beschermen als het door een gat loopt, kies ook voor
de juiste materialen voor de kabel wanneer deze te dicht bij warmte-genererende onderdelen lopen.
12. Zorg ervoor dat alle kabels over hun gehele lengte goed zijn bevestigd. Zorg er ook voor dat hun beschermende mantel vlambestendig
is en zelfdovend. Gebruik een klemschroef om de positieve en negatieve kabels dichtbij de versterker en voedingsklem te bevestigen.
13. Kies een kabeldiameter die overeenkomt met het vermogen van de versterker en volgens de adviezen die u hier kunt vinden. Gebruik
hoogwaardige kwaliteitskabels, connectoren en accessoires, die u in de verbindingcatalogus kunt vinden.
14. Bereid de configuratie van uw nieuwe versterker en de beste bedradingroutes vooraf voor om de installatie gemakkelijker te maken.
15. Om incidentele schade te voorkomen, laat het product in de originele verpakking totdat u klaar bent voor de uiteindelijke installatie.
16. Draag altijd beschermende brillen wanneer u gebruik maakt van gereedschappen zodat splinters en andere productresten niet in uw
ogen kunnen komen.
TYPISCHE INSTALLATIEVOLGORDE
Als u nog vragen hebt verwijzen wij u naar de uitgebreide handleiding die u op www.hertzaudiovideo.com kunt vinden of neem contact op
met uw dealer of door Hertz geautoriseerde service voor hulp.
1. Voordat u de versterker installeert, schakel alle elektronische apparaten in het audiosysteem uit om schade te voorkomen.
2. Gebruik een kabel met voldoende doorsnede (zie grafiek: Voedingskabel), leg de stroomdraad vanaf de accu naar de installatieplek van
de versterker.
3. Sluit de voeding aan met de juiste polariteit, sluit de (+)-klem op de kabel vanaf de accu en (-)-klem op het chassis van de auto aan.
4. Plaats een geïsoleerde zekeringhouder maximaal 20 cm uit de positieve aansluitklem van de accu; sluit één uiteinde van de
voedingskabel erop aan en sluit het andere uiteinde op de versterker aan. Monteer de zekering niet.
5. Om het apparaat op de juiste manier op massa (-) aan te sluiten, gebruik een schroef in het chassis van het voertuig; schrap indien
nodig alle verf of vet van het metaal en controleer met een testapparaat of er verbinding tussen de negatieve klem (-) van de accu en het
bevestigingspunt is. Indien mogelijk, verbind alle onderdelen met hetzelfde massapunt; deze oplossing voorkomt de meeste ruis die
tijdens de audio-weergave kan worden gegenereerd.
6. Leg alle signaalkabels dicht bij elkaar en uit de buurt van voedingskabels.
7. Sluit de kabels van de RCA-ingangen aan, het toegepaste signaal moet tussen 0,3 VRMS en 5 VRMS liggen.
8. Sluit de luidsprekeruitgang aan met behulp van een 10 AWG max. luidsprekerkabel.
9. Sluit geen (-) L en (-) R luidsprekeruitgangen op elkaar aan. Als u een externe stereo crossover gebruikt, zorg ervoor dat de negatieve
polen niet op elkaar worden aangesloten.
10. De versterker wordt gestart door de klem van de externe inschakeling (REMOTE IN) op de specifieke uitgang van de bron aan te sluiten.
11. De groene LED op het voorpaneel zal branden als het product ingeschakeld is. De rode LED zal oplichten in geval van overbelasting
van de uitgang, thermische bescherming, kortsluiting van de luidsprekerkabels met het chassis van de auto en in het geval van een fout
in de versterker.
12. Om de zekering(en) te vervangen moet u het volgende doen:
- HP 802: Verwijder de zekering(en) uit de zekeringhouder in de buurt van het klemmenblok en vervang deze met één van dezelfde
waarde (zie technische gegevens).
- HP 3001/6001: Verwijder de zekering uit de zekeringhouder op de externe zekeringpoort en vervang door één van gelijke waarde
(zie Technische gegevens).
13. Bevestig alle hulpmiddelen die u maakt om de componenten te installeren tegen de structuur van de auto; dit verzekert stabiliteit en
veiligheid tijdens het rijden. Het losraken van de versterker kan tijdens het rijden in het voertuig en andere voertuigen ernstige persoonlijk
letsel veroorzaken.
14. Wanneer de installatie is afgerond, controleer de bedrading van het systeem en zorg ervoor dat alle aansluitingen op de juiste manier
zijn uitgevoerd.
15. Zet de zekering in de zekeringhouder. De waarde van de zekering moet 30% hoger zijn dan die in de versterker is ingebouwd. In het
geval er meerdere versterkers op de kabel zijn aangesloten, moet de waarde van de zekering 30% hoger zijn dan het totaal van de
waarden van alle andere zekeringen in de versterkers.
16. De kalibratie van het luisterniveau wordt gedaan door het bronvolume omhoog tot 3/4 van het maximale niveau in te stellen; pas
vervolgens de versterkerniveaus aan totdat u vervorming hoort.
VEILIG GELUID
GEBRUIK GEZOND VERSTAND EN PAS VEILIG GELUID TOE. VERGEET NIET DAT LANGE BLOOTSTELLING AAN EXTREEM HOGE
GELUIDSDRUKNIVEAUS UW GEHOOR KAN BESCHADIGEN. VEILIGHEID MOET TIJDENS HET RIJDEN VOOROP STAAN.
Informatie met betrekking tot de verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (voor de Europese landen die het afval gescheiden inzamelen)
Producten die zijn gemarkeerd met een doorgekruiste vuilnisbak op wieltjes mogen niet met het gewone huisvuil worden weggegooid. Deze elektrische en elektronische
producten dienen te worden gerecycled door geschikte faciliteiten, die in staat zijn om deze producten en componenten te verwerken. Om te weten te komen hoe en waar
deze producten ingeleverd kunnen worden bij het dichtstbijzijnde recycling/inzamelingspunt, verzoeken wij u om contact op te nemen met uw lokale gemeente. Het op correcte
wijze recyclen en inzamelen van afval draagt bij aan de bescherming van het milieu en het voorkomen van schadelijke effecten op de gezondheid.a životního prostředí před
škodlivými vlivy.
12
Nederlands /
Dutch