● Verwijder de oude doorslijpschijf (20), de
afstandsringen (21), de oude doorslijpschijf
(22), de opnamehuls (23) en de binnenste
flens (24). Gebruik indien nodig de splijtwig
(25) om de afstandsringen (21) te verwijderen.
● Reinig indien nodig de flenzen (18 & 24).
● Monteer de binnenste flens (24, de
opnamehuls (23), de nieuwe doorslijpschijf
(22), de afstandsringen (21) en de nieuwe
doorslijpschijf (20).
● Draai de buitenste flens (18) stevig vast met
behulp van de flenssleutel (19).
● Laat de asvergrendelingsknop (5) los.
● Monteer de beschermkap (6).
● Breng de zool (10) omhoog en draai de
vergrendelingsknop (3) vast.
● Draai de inbusschroeven (15) stevig vast met
behulp van de inbussleutel (16).
gEBRUIK
Instellen van de sleufbreedte (fig. B - E)
De sleufbreedte kan worden ingesteld met behulp
van de afstandsringen tussen de doorslijpschijven.
Het aantal afstandsringen tussen de
2
doorslijpschijven bepaalt de sleufbreedte.
-
Stel de sleufbreedte niet in tijdens gebruik.
- Monteer altijd minimaal één afstandsring
tussen de doorslijpschijven.
● Bepaal de sleufbreedte.
● Monteer de afstandsringen (21) in de gewenste
volgorde rond de doorslijpschijven (20 & 22).
Zie het hoofdstuk "Vervangen van de
doorslijpschijven".
Instellen van de sleufdiepte (fig. A & f)
De sleufdiepte is variabel tussen 0 en 28 mm.
De sleufdiepte kan worden afgelezen op de
schaal (4).
2
Stel de sleufdiepte niet in tijdens
gebruik.
● Draai de vergrendelingsknop (3) een paar
slagen los.
● Kantel de zool (10) naar de gewenste positie.
Stel een sleufdiepte in die ongeveer 3 mm
dieper is dan de gewenste diepte om
eventuele oneffenheden in het muuroppervlak
te compenseren.
● Draai de vergrendelingsknop (3) vast.
18
In- en uitschakelen (fig. A)
● Om de machine in te schakelen, houdt u de
ontgrendelingsknop (2) ingedrukt en drukt
gelijktijdig de aan/uit-schakelaar (1) in.
● Om de machine uit te schakelen, laat u de
aan/uit-schakelaar (1) los.
Overbelastingsbeveiliging
De machine is voorzien van een
overbelastingsbeveiliging die de machine in geval
van overbelasting automatisch uitschakelt.
● Schakel de machine uit.
● Verwijder de machine van het werkstuk.
● Schakel de machine in.
● Laat de machine ongeveer 1 minuut onbelast
draaien om de machine te laten afkoelen.
gebruiken van de laser (fig. A)
De laser wordt gebruikt voor projectie van de
snede op de muur.
● Om de laser (8) in te schakelen, drukt u de
aan/uit-schakelaar (7) in.
● Om de laser (8) uit te schakelen, laat u de
aan/uit-schakelaar (7) los.
Stofafzuiging (fig. g)
Gebruik de machine uitsluitend wanneer ze is
aangesloten op een stofafzuigvoorziening die is
goedgekeurd voor steenstof.
De stofafzuigvoorziening moet geschikt zijn voor
het te bewerken materiaal. Gebruik een speciale
stofafzuigvoorziening bij het werken met giftige
materialen of op plaatsen waar giftige stof wordt
2
geproduceerd.
- Gebruik nooit een huishoudstofzuiger.
Het gebruik van een huishoudstofzuiger kan
eenvoudig schade toebrengen aan uw
gezondheid en aan de stofzuiger.
- Gebruik altijd de stofafzuigadapter.
- Zorg ervoor dat de slang van de
stofafzuigvoorziening stevig is aangesloten op
de stofafzuigadapter.
- Indien de stofafzuigvoorziening uitvalt, stop
dan onmiddellijk met werken, schakel de
machine uit, verwijder de netstekker uit het
stopcontact en probeer het probleem te
verhelpen.
● Plaats de stofafzuigadapter (26) in de
stofafzuigaansluiting (12).
● Sluit de slang van een stofafzuigvoorziening
aan op de stofafzuigadapter (26).