tigingspunt zich op kinhoogte bevindt. De overtollige
riem kan met klittenband aan de zijkant en achter-
kant van de riem worden bevestigd.
Afb. 6 Ophanging aanslagpunt in karabiner
6a De karabiner van de reddingsinrichting, bijv. heli-
kopterlier wordt in het bevestigingspunt van de red-
dingslus gehaakt.
6b Voor het transport van de te redden persoon
wordt deze via de karabiner op het bevestigingspunt
omhooggehesen. Zorg ervoor dat het bevestigings-
punt zich ter hoogte van het gezicht van de te redden
persoon bevindt.
Afb. 7 Verstelling van de grootte van de reddingslus
(bijvoorbeeld aanpassing voor kinderen)
Voor kleine personen en kinderen kan de reddingslus
dienovereenkomstig op de rug worden gevouwen en
met een klittenband smaller worden ingesteld. Met
deze verstelmogelijkheid kan de omtrek van de bor-
striem met nog eens 24 cm worden verkleind. De
aanpassing aan grotere personen vindt plaats via de
Easy Glider-gesp.
7a Niet-aangepaste reddingslus (omtrek met aange-
trokken Easy Glider-gesp: 100 cm).
7b Losmaken van het verstelbare klittenband van de
riem.
7c Openvouwen van het verstelbare klittenband.
7d Omvouwen van het verstelbare klittenband en
gelijktijdig vouwen van de borstriem op de rug.
7e Bevestigen van het verstelbare klittenband aan de
linkerkant van het lichaam. Dit reduceert de omtrek
van de borstriem tot 76 cm wanneer de Easy Gli-
der-gesp wordt aangetrokken.
Afb. 8 Reddingslus met ingestikt verbindingsmiddel
volgens EN 354
De reddingslus kan ook worden geleverd met inge-
stikt verbindingsmiddel volgens EN 354 of 795-B (zie
gebruiksaanwijzing verbindingsmiddelen of aanslag-
middelen).
Afb. 9b Gebruiksklimaat
De continue gebruikstemperatuur van het product
(in droge staat) varieert van ca. –35°C tot +55°C.
Door ijsvorming kan de sterkte afnemen.
OPSLAG, TRANSPORT EN VERZORGING
Opslag
Koel, droog en beschermd tegen daglicht, buiten
transportverpakkingen. Geen contact met chemica-
liën (voorzichtig: accuzuur!). Zonder mechanische
plet-, druk- of trekbelasting opslaan.
Transport
Het product moet tegen direct zonlicht, chemicaliën,
verontreinigingen en mechanische beschadiging
worden beschermd. Hiervoor moet een bescher-
mende zak of speciale opslag- en transportverpak-
kingen worden gebruikt.
Afb. 9a en 10 Reiniging
Verontreinigde producten in handwarm water (indien
nodig met een neutrale zeep) reinigen. Goed uitspoe-
len. Bij kamertemperatuur, nooit in wasdrogers of in
de buurt van radiatoren drogen!
Universele, halogeenvrije desinfectiemiddelen
kunnen indien nodig worden gebruikt. Indien nodig
moeten gewrichten van metalen delen na het reini-
gen worden geolied.