J Instelknop (achter)
k Libellen voor horizontale lijnen/vlakken
L Zijplaat
m Libel voor verticale lijnen/vlakken
N Laserlicht opening
O Waarschuwingssticker 3
P Vergrendelingsring
Q Vergrendelingsclips
R Statiefbuis
S Verstelhendel
T Vergrendelingsknop
V Hulpstuk voor plaatsen van apparaat in verticale positie
w Libel
VEILIGHEID
• Alle instructies moeten gelezen en in acht genomen
worden om zonder gevaar en veilig met het
meetgereedschap te werken 2
• Maak waarschuwingsstickers op het
meetgereedschap nooit onleesbaar
•
Wanneer andere dan de hier vermelde
bedienings- en instelvoorzieningen worden gebruikt
of andere procedures worden uitgevoerd, kan dit tot
gevaarlijke stralingsblootstelling leiden
• Richt de laserstraal niet op personen of dieren en
kijk niet zelf in de directe of reflecterende laserstraal
(daardoor kunt u personen verblinden, ongevallen
veroorzaken of het oog beschadigen) 3
• Als laserstraling het oog raakt, dan moeten de ogen
bewust gesloten worden en moet het hoofd
onmiddellijk uit de straal bewogen worden
• Breng geen wijzigingen aan de laserinrichting aan
• Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril (de
laserbril dient voor het beter herkennen van de
laserstraal, maar biedt geen bescherming tegen de
laserstralen)
• Gebruik de laserbril niet als zonnebril en niet in het
verkeer (de laserbril biedt geen volledige bescherming
tegen ultravioletstralen en vermindert de waarneming van
kleuren)
• Laat het meetgereedschap repareren door
gekwalificeerd, vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen (daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het meetgereedschap
in stand blijft)
• Laat kinderen het lasermeetgereedschap niet
zonder toezicht gebruiken (anders kunnen personen
worden verblind)
• Werk met het meetgereedschap niet in een
omgeving met explosiegevaar waarin zich
brandbare vloeistoffen, brandbare gassen of
brandbaar stof bevinden (in het meetgereedschap
kunnen vonken ontstaan die het stof of de dampen tot
ontsteking kunnen brengen)
• Breng het meetgereedschap niet in de buurt van
een pacemaker (de magneet in het meetgereedschap
brengt een veld voort dat de functie van een pacemaker
nadelig kan beïnvloeden)
• Houd het meetgereedschap uit de buurt van
magnetische gegevensdragers en magnetisch
gevoelige apparatuur (door de werking van de
magneet kan onherroepelijk gegevensverlies optreden)
UITLEG VAN SYmBOLEN OP mACHINE
2 Lees de gebruiksaanwijzing vóór gebruik
3 Laser-straling / Kijk niet in de straal / Klasse 2 laser
product
4 Geef electrisch gereedschap en batterijen niet met het
huisvuil mee
GEBRUIk
• Plaatsen van batterijen 5
- open deksel A
- plaats 2 x D (LR20) / 1,5V batterijen (let op de juiste
polen)
- sluit deksel A en zorg, dat het stevig dicht zit
- haal de batterijen altijd uit het apparaat, wanneer het
apparaat langdurig niet gebruikt wordt
- vervang de batterijen als de ingebouwde zoemer zich
laat horen
- vervang altijd alle batterijen tegelijk
• Werken met de machine 6
- plaats het apparaat in horizontale of verticale positie
op een vlak oppervlak of op het meegeleverde statief
- nivelleer het apparaat (zie betreffende alinea's)
- zet het apparaat aan door op knop B te drukken
- bij het aanzetten gaat lampje C 1 aan om aan te
geven, dat het apparaat zich in de projectie-modus
bevindt
- druk op knop D om rotatie-kop E te activeren (lampje
C 1 gaat uit)
- het apparaat begint met de laagste rotatie-snelheid
- herhaald drukken op knop D verhoogt de snelheid in 6
stappen tot de hoogste rotatie-snelheid is bereikt
- de geprojecteerde punten veranderen steeds meer in
een lijn bij het hoger worden van de rotatie-snelheid
- herhaald drukken op knop F verlaagt de snelheid in 6
stappen tot de rotatie-kop tot stilstand komt
- projecteer een horizonta(a)l(e) of vertica(a)l(e) lijn/vlak
- voer metingen uit, waarbij de/het geprojecteerde lijn/
vlak/punt als referentie wordt gebruikt
- zet het apparaat uit door op knop B te drukken
! kijk niet in de laserstraal
! richt de straal niet op personen of dieren
! zet het apparaat altijd onmiddellijk na gebruik uit
• Nivelleren van apparaat in horizontale positie 7
- plaats het apparaat in horizontale positie (met
voetplaat G onder) op een vlak oppervlak of op het
statief
- nivelleer het apparaat door instelknoppen H en J zo te
draaien, dat de libellen in waterpassen K precies in het
midden staan
! controleer de nivellering na iedere instelling
• Nivelleren van apparaat in verticale positie 8
- plaats het apparaat in verticale positie (met zijplaat L
onder) op een vlak oppervlak of op het statief
- nivelleer het apparaat door instelknop J zo te draaien,
dat de libel in waterpas M precies in het midden staat
! controleer de nivellering na iedere instelling
• Punt-projectie 9
Voor het maken van referenties op een grotere afstand
- plaats het apparaat op een vlak oppervlak of op het
statief
- nivelleer het apparaat als er sprake is van horizontale
of verticale referentielijnen
12