3.0
INSTALLATIE
;
Raadpleeg de installatie-instructies van het product voor meer informatie over de installatieprocedures van het
Lad-Saf-systeem. Zie gebruiksaanwijzing 5908282 of gebruiksaanwijzing 5903435 voor meer informatie.
3.1
PLANNING: Plan uw gebruik van het Lad-Saf-ladderveiligheidssysteem voordat u begint met werken. Houd rekening
met alle factoren die uw veiligheid voor, tijdens en na een val kunnen beïnvloeden. Neem alle eisen, beperkingen en
specificaties die in hoofdstuk 2 en tabel 1 zijn gedefinieerd in acht.
•
Controleer of het systeem geschikt is voor het benodigde aantal gebruikers.
•
Het aansluiten aan en loskoppelen van het systeem gaat gepaard met risico's. Gebruik secundaire
valstopbescherming. Controleer of er geschikte verankeringspunten, tussenplatforms of andere middelen beschikbaar
zijn op aansluit- en loskoppelpunten om een veilige overstap van en naar het systeem mogelijk te maken.
•
Er is een minimale vrije val van 2,0 meter (7,0 ft.) noodzakelijk tussen de voeten van de gebruiker en het
onderliggende oppervlak. De gebruiker is tijdens de eerste 2,0 meter (7,0 ft.) van het omhoogklimmen of de laatste
2,0 meter (7,0 ft.) van het omlaagklimmen mogelijk niet beschermd tegen het in aanraking komen met de grond of
het platform. Gebruik de juiste klimprocedures (d.w.z. houd drie contactpunten aan met handen en voeten) tijdens
het omhoog- of omlaagklimmen van een deel van de ladder dat niet beschermd is door het Lad-Saf
•
Pas de juiste veiligheidsprocedures toe tijdens het klimmen. Draag geen gereedschap of apparatuur met de hand.
Houd uw handen vrij voor het klimmen. Maak voorwerpen die worden gedragen goed vast, om te voorkomen dat ze
op klimmers onder u terechtkomen. Klim binnen uw mogelijkheden. Bij een lange klim kan het nodig zijn om diverse
rustpauzes in te lassen tijdens het klimmen of afdalen, om uitputting te voorkomen. Gebruik voor rustpauzes de
juiste positioneringsapparatuur. Klim niet als het hard waait of anderszins slecht weer is.
•
Zorg ervoor dat er slechts één gebruiker tussen de kabelgeleiders klimt.
3.2
DE KABELMOF AANSLUITEN OP DE DRAAGKABEL: De Lad-Saf X3-veiligheidsmof voor verticale kabel moet worden
aangesloten op een 3M Lad-Saf-ladderveiligheidssysteem om te worden gebruikt. Zie afbeelding 7 ter referentie. Om de
Lad-Saf X3-kabelmof aan te sluiten op de draagkabel van het Lad-Saf-systeem:
1.
Positioneer de mof zodanig dat de pijl voor "Deze zijde boven" op de mof (I) omhoog wijst.
2.
Roteer de vergrendelingshendel (E) naar de niet-vergrendelde positie. Afbeelding 3 geeft de vergrendelde
(A) en niet-vergrendelde (B) posities van de vergrendelingshendel weer. De vergrendelingshendel bevindt zich aan
beide kanten van de afneembare kabelmof voor zowel rechtshandige als linkshandige bediening.
3.
Trek de roterende zijplaat (B) naar zijn verste positie. Zodra de roterende zijplaat zich in zijn verste geroteerde
positie bevindt, kan de vergrendelingshendel (E) worden losgemaakt. De vergrendelingsnok (H) zal volledig
uitgeklapt zijn.
4.
Roteer de hendel (C) naar zijn volledig rechtopstaande positie. Hierdoor kan de vergrendelingsnok uit de weg
vallen om de mof op de kabel te installeren.
5.
Houd de mof rechtop en steek de kabel (J) door de opening aan de zijkant van de mof met een
omhoog tillende beweging. Plaats de kabel in de mofinsnijding. Maak de hendel (C), de roterende zijplaat (B)
en de vergrendelingshendel (E) los om de mof op de kabel te vergrendelen. Zorg er vóór gebruik voor dat de
vergrendelingshendel (E) zich in de vergrendelde positie bevindt.
3.3
DE KABELMOF VERBINDEN MET HET HARNAS: De verbinding tussen de kabelmof en het volledige lichaamsharnas
mag voor of nadat de kabelmof op het Lad-Saf-systeem geïnstalleerd is, gemaakt worden. Een secundair
valbeveiligingssysteem wordt aanbevolen bij het aan- of loskoppelen van het Lad-Saf-systeem. Het vastpakken van de
mof tijdens het omhoog- of omlaagklimmen stelt de gebruiker bloot aan valrisico's. Het Lad-Saf-systeem moet te allen
tijde tijdens gebruik een maximale hoek hebben van 15° ten opzichte van verticaal.
;
Gebruik geen andere connectoren en combineer geen apparaten (bijv. koord) met de connector die bij de
kabelmof is geleverd. Gebruik altijd de karabijnsluiting die bij de kabelmof is geleverd. Vervang het niet door andere
connectoren.
•
OMHOOGKLIMMEN: Klim de constructie op terwijl u te allen tijde drie contactpunten aanhoudt (met handen en
voeten). De afneembare Lad-Saf X3-kabelmof zal de klimmer volgen. De draagkabel wordt uit de kabelgeleiders
geklikt bij het passeren ervan. Pak de mof niet vast en haal hem ook niet uit de draagkabel tijdens het
passeren van de kabelgeleiders of als de mof zichzelf vergrendelt.
•
OMLAAGKLIMMEN: Klim, bij het omlaaggaan van de constructie, in een vloeiende beweging waarbij u te allen tijde
drie contactpunten aanhoudt (met handen en voeten). Geef de afneembare Lad-Saf™ X3-kabelmof de gelegenheid om
de klimmer omlaag te 'leiden'. Als u tijdens het omlaagklimmen uit positie raakt (bijv. door overmatig achterover te
leunen of schokkerig te bewegen), kan de mof zichzelf aan de draagkabel vergrendelen. Als de mof vergrendeld wordt,
moet u iets naar boven klimmen om de mof te laten ontgrendelen en daarna weer verdergaan met het afdalen van de
constructie. Bevestig de draagkabel weer in de kabelgeleiders bij het passeren van elke kabelgeleider. Pak de mof
niet vast en haal hem ook niet uit de draagkabel tijdens het passeren van de kabelgeleiders of als de mof
zichzelf vergrendeld.
LOSKOPPELEN: Wanneer het klimmen is voltooid, koppelt u de kabelmof los van het systeem. Zie afbeelding 2 voor
•
componentreferenties.
1. Haal de mof van de kabel door de vergrendelingshendel (E) te roteren.
2. Trek de zijplaat (B) terug en kantel de hendel (C) naar de volledig rechtopstaande positie.
3. de mof kan nu van de kabel verwijderd worden en correct opgeslagen worden.
151
-systeem.
™