Inspectiedatum:
Onderdeel:
Inspectie:
Kabelgeleiders
Controleer de kabelgeleiders op schade. Kijk of het zwarte urethaan versleten of
beschadigd is. Kabelgeleiders moeten de kabel tegenhouden en voorkomen dat
(Afbeelding 1)
de kabel contact maakt met de ladder/constructie. Kabelgeleiders moeten op
ongeveer 6-12 m (20-40 ft.) langs de draagkabel worden geplaatst, of dichterbij
indien nodig. Vervang componenten als er defecten worden aangetroffen.
Controleer de bevestigingen van de kabelgeleiders. De bevestigingen moeten de
kabelgeleiders goed op hun plaats houden. Draai ze vast als dat noodzakelijk is.
Kabel
Inspecteer de kabel op roest, knikken of schade die een negatieve invloed zouden
kunnen hebben op de sterkte en die de kabelmof zouden kunnen belemmeren
(Afbeelding 1)
om zich over de kabel heen te bewegen. Als er knikken in de ladderkabel zitten,
moet de kabel door een deskundige worden geïnspecteerd voordat de kabel weer
in gebruik wordt genomen. Inspecteer op tekenen van schuren tegen de ladder of
constructie. Vervang de kabel als er defecten worden aangetroffen.
Inspecteer op de juiste spanning. De groef moet zichtbaar zijn boven de
onderste sjabloon (zie toelichting "E", afbeelding 11.1). De spanboutconstructie
mag niet met de hand naar beneden getrokken kunnen worden. De kabel moet
strak genoeg zijn om contact met de ladder/constructie te voorkomen. Trek de
kabel indien nodig opnieuw strak. Trek het systeem niet te strak aan.
Labels
Zorg ervoor dat alle labels aanwezig en volledig leesbaar zijn.
(Afbeelding 9)
PFAS en andere
Aanvullende persoonlijke valstopsysteemapparatuur (Personal Fall Arrest
apparatuur
System (PFAS) (harnas, SRD, enz.) die met het verankeringssysteem wordt
gebruikt, moet volgens de instructies van de fabrikant worden geïnstalleerd en
geïnspecteerd.
Constructie
Controleer of de structuur waarop de constructie bevestigd is aan de
sterktevereisten in tabel 1 voldoet in alle mogelijke belastingsrichtingen.
Serienummer(s):
Modelnummer(s):
Corrigerende maatregel/Onderhoud:
Corrigerende maatregel/Onderhoud:
Corrigerende maatregel/Onderhoud:
Corrigerende maatregel/Onderhoud:
Corrigerende maatregel/Onderhoud:
Corrigerende maatregel/Onderhoud:
Corrigerende maatregel/Onderhoud:
Corrigerende maatregel/Onderhoud:
Corrigerende maatregel/Onderhoud:
Corrigerende maatregel/Onderhoud:
Corrigerende maatregel/Onderhoud:
Corrigerende maatregel/Onderhoud:
Tabel 2: Inspectie- en onderhoudslogboek
(Zie hoofdstuk 2 voor inspectiefrequentie).
Geïnspecteerd door:
Aankoopdatum:
Datum van eerste gebruik:
Goedgekeurd door:
Datum:
Goedgekeurd door:
Datum:
Goedgekeurd door:
Datum:
Goedgekeurd door:
Datum:
Goedgekeurd door:
Datum:
Goedgekeurd door:
Datum:
Goedgekeurd door:
Datum:
Goedgekeurd door:
Datum:
Goedgekeurd door:
Datum:
Goedgekeurd door:
Datum:
Goedgekeurd door:
Datum:
Goedgekeurd door:
Datum:
155
Gebrui-
Deskun-
ker
dige
De volgende inspectie moet
uitgevoerd worden op:
De volgende inspectie moet
uitgevoerd worden op:
De volgende inspectie moet
uitgevoerd worden op:
De volgende inspectie moet
uitgevoerd worden op:
De volgende inspectie moet
uitgevoerd worden op:
De volgende inspectie moet
uitgevoerd worden op:
De volgende inspectie moet
uitgevoerd worden op:
De volgende inspectie moet
uitgevoerd worden op:
De volgende inspectie moet
uitgevoerd worden op:
De volgende inspectie moet
uitgevoerd worden op:
De volgende inspectie moet
uitgevoerd worden op:
De volgende inspectie moet
uitgevoerd worden op: