PRAKTISCHE TIPS
• Bepaal de plaats waar de snede moet komen. Door een
lat op ongeveer 2,5 cm van de snede aan te brengen,
vergemakkelijkt u de geleiding van de machine.
• Plaats de diamantslijpmachine met de rand van de on-
derplaat tegen de wand of vloer, zodanig dat de diamant-
slijpschijf nog vrij is. Schakel de machine in en laat de
diamantslijpschijf even vrij draaien om het volledige toe-
rental te bereiken, alvorens hem in het materiaal te druk-
ken. Controleer daarbij tevens of de diamantslijpschijf
centrisch draait en niet slingert (zie pagina 4, fi guur C).
• Voordat de diamantslijpschijf uit de snede wordt gehaald,
eerst wachten tot de diamantslijpschijf stilstaat. Afrem-
men of blokkeren van de draaiende diamantslijpschijf
door middel van zijdelingse druk is gevaarlijk.
• Slijp geen bochten.
• Bij het zagen in vloeren, voor de machine blijven (zie pa-
gina 5, afbeelding F).
• Zet bij verticale sneden de machine bovenaan in en laat
de machine door het eigen gewicht, begeleid door de
handen, zakken (zie pagina 4, fi guur D).
• Bij langdurig gebruik kan de gebruiker vermoeid raken
door optredende trillingen. Neem daarom na elk half uur
een korte rustpauze.
EMISSIE
De typische gewogen eff ectieve versnellingswaarde is 6
m/s², met een onzekerheid < 2,75 m/s².
Het geluidsniveau, voor machines die steen en
soortgelijke materialen doorslijpen, is afhankelijk
van een groot aantal factoren, zoals het gebruikte
diamantslijpschijf, het te slijpen materiaal en het
eventuele gebruik van water.
Het A-gewogen geluidsniveau van het gereedschap be-
draagt kenmerkend: geluidsdrukniveau 93 dB(A); geluids-
vermogen niveau 105 dB(A). Onzekerheid K = 3 dB.
Meetwaarden bepaald volgens EN IEC 60745-1.
AFVALVERWIJDERING
Als gevolg van de nieuwe Europese regelgeving
2012/19/EU is CARAT verplicht om afgedankte
elektrische gereedschappen in te nemen zodat
deze op verantwoorde wijze worden verwerkt /
gerecycled. U wordt daarom verzocht om afgedankte elek-
trische gereedschappen in te leveren bij de CARAT dealer.
ONDERHOUD
De W-3714 diamantslijpmachine vraagt slechts
een minimum aan onderhoud.
• Het is aan te raden op het einde van het werk het inwen-
dige van het apparaat met perslucht te reinigen.
• Houd de ventilatie openingen in het motorhuis vrij en
schoon.
• Controleer of de kunststof geleide rollen soepel lopen.
• Laat de apparatuur na ongeveer 300 werkuren door een
vakman controleren.
• Gebruik uitsluitend originele onderdelen.
10
NEDERLANDS – OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
Vervangen van de koolborstels
Na ongeveer 100 eff ectieve werkuren is het aan te raden
de slijtage van de koolborstels te controleren. Controleer
tevens of de koolborstels vrij in de koolborstelhouders kun-
nen bewegen.
Ga daarbij als volgt te werk:
• Trek de stekker uit de wandcontactdoos
• Draai de koolborsteldoppen volledig los door middel van
een schroevendraaier en haal de koolborstels uit de ma-
chine.
• Vervang indien nodig de koolborstels.
• Draai de koolborsteldoppen opnieuw in de machine.
• Schakel het apparaat in en laat hem eerst ongeveer 10
minuten vrij draaien voor u het werk aanvangt.
STORINGEN
De elektromotor draait niet:
1.
Controleer de netspanning en/of de elektrische aan-
sluiting van de motor.
2.
Controleer of de PRCD (#10) in de ON-positie staat.
3.
Controleer of de thermische beveiliging (#7) niet ge-
activeerd is en géén witte rand vertoont.
4.
Controleer alle kabelaansluitingen op correctheid.
5.
Controleer of de koolborstels (#9) nog niet zijn ver-
sleten.
De elektromotor draait wel, maar de diamantslijpschijf
draait niet:
1.
Controleer of de bout op de fl enzenset goed is aange-
draaid (zie pagina 4, fi guur A).
2.
Controleer of de tandwieloverbrenging nog naar be-
horen functioneert. Draai hiertoe de uitgaande as rond
en luister aandachtig of het anker meedraait. Indien
dit niet het geval is, laat dan de machine door een
erkende reparateur controleren.
De diamantslijpschijf slingert:
1.
Controleer of de aanlegvlakken van zowel de voor-
en binnenfl ens en het asgat van de diamantslijpschijf
schoon zijn. Verwijder eventueel aanwezig vuil.
2.
Controleer de rechtheid van de diamantslijpschijf.
Laat de diamantslijpschijf bij twijfel door de leveran-
cier controleren.
3.
Indien het vermoeden bestaat dat de slingering wordt
veroorzaakt door speling op de lagers of door een
verbogen as, laat deze dan inspecteren door de leve-
rancier. Het werken met een slingerende diamantslijp-
schijf kan tot gevaarlijke situaties leiden.
De diamantslijpschijf slijpt te traag:
1.
Controleer de snedediepte. In beton en harde steen:
niet meer dan 2,5 tot 5 cm snedediepte per stap. In
zachte tot middelharde steen 5 tot 8 cm per stap.
2.
Controleer of de diamantslijpschijf bot is: wanneer
de diamantkorrels afgesleten zijn en niet meer uit de
metaalbinding steken, is de diamantslijpschijf bot. Dit
kan worden gecontroleerd door met de nagel langs de
diamantrand te strijken. Wanneer dit glad aanvoelt, is
de diamantslijpschijf bot. Na het wegnemen van de
oorzaak voor het bot worden, kan de diamantslijp-
schijf versneld worden opgescherpt door een aantal
sneden te maken in zacht, zanderig materiaal zoals
kalkzandsteen. Voor versneld opscherpen is een spe-
ciale slijpsteen leverbaar.
NMHX017
01-03-2017