waarborgd. Het product moet onmiddellijk worden
afgekeurd als ten aanzien van zijn gebruiksveiligheid
ook maar de geringste twijfel bestaat. De fabrikant
wijst in geval van misbruik en/of verkeerd gebruik
elke aansprakelijkheid af. De verantwoordelijkheid
en het risico worden in alle gevallen gedragen door
de gebruikers resp. de verantwoordelijken. Voor het
gebruik van dit product adviseren wij ook de over-
eenkomstige nationale regels na te leven. PBM-pro-
ducten zijn uitsluitend toegestaan ter beveiliging van
personen.
PRODUCTSPECIFIEKE INFORMATIE, UITLEG BIJ
DE FIGUREN
Toepassingsgebied voor stijgijzers: Glad, besneeuwd
en ijzig terrein; alpien en hoog-alpien terrein zoals
gletsjers, bevroren watervallen, gemengd klimmen,
ijs- en firnhellingen. Het product wordt gebruikt om
uitglijden te voorkomen of als klimhulp bij steil ijs. De
ophoping (hechting) van sneeuw onder het stijgijzer
is onaangenaam en gevaarlijk en kan in het ergste
geval tot een val leiden. Daarom moeten alle stijgij-
zers altijd in combinatie met antistolplaten worden
gebruikt!
1 toepassingsgebieden van de verschillende model-
len stijgijzers van EDELRID
2a+b nomenclatuur: Benaming van de in de tekst
genoemde delen – A: Gesp, B: Riem, C: Kiephendel,
D: Voorbeugel, E: Hieldeel, F: Veer, G: Pen, H: Brug,
I: Voorste deel, J: Brugbevestiging, K1: Hielbeugel
(zacht), K2: hielbeugel (auto), L: Instelwieltje, M:
Voorbinding, N: Riemhouder, O1: Hielbinding (zacht),
O2: Hielbinding (auto), P: Borgschroef, Q: Voortan-
den, R: Antistolplaten
3 Voor een optimale werking van het stijgijzer (beves-
tiging op de schoen en grip op de ondergrond) moet
afhankelijk van het schoentype het juiste bindings-
systeem worden gekozen. Zachte binding (3c): Dit
type stijgijzerbinding kan gebruikt worden op alle
schoenen vanaf schoenhardheid «trekkingschoe-
nen». Semibinding (3b): Voor dit type stijgijzerbin-
ding moeten schoenen ten minste op de hiel voor-
zien zijn van een inklikrand. Autobinding (3a): Voor
dit type stijgijzerbinding moeten schoenen zowel op
de schoenpunt als op de hiel voorzien zijn van een
inklikrand en van een buigstijve (stijgijzer-compati-
bele) zool. In het algemeen moet worden opgemerkt
dat de gesp altijd aan de buitenkant van de schoen
moet zitten en dat de riemen lang genoeg moeten
zijn om op de aangegeven manier om de schoen te
worden gewikkeld. De uiteinden van de riemen
moeten worden vastgezet (geknoopt, in de rand van
de schoen of onder de gamasche weggestoken) om
te voorkomen dat men erop stapt en struikelt. Shark
Lite (3d): Hier wordt uitsluitend het gebruik van de
autobinding in combinatie met stijgijzer-compatibele
schoenen of skischoenen aanbevolen.
4 Er is een linker en een rechter stijgijzer
5a-f Om een optimale pasvorm van de schoen te
waarborgen, moet de lengte van het stijgijzer volgens
fig. 5a – f worden ingesteld. Voorzichtig: Na het in-
stellen van de lengte moet het stijgijzer op stevige
bevestiging op de schoen worden gecontroleerd!
6a+b De randen van de schoen moeten groot
genoeg zijn om bij de semi- of autobinding zowel de
hielhendel als de voorbeugel optimale grip te bieden
7 Lengteaanpassing van het stijgijzer. Criteria voor
een optimale lengteaanpassing, zie fig. 5 + 6. Bij het
aanpassen aan zeer kleine schoenmaten steekt de
brug over de achterste rand van het hieldeel uit.