Gebruik van de motor
Leds
Acculaadtoestand
3 groene en 1
De accu is tussen 78% en
rode led bran-
100% opgeladen.
den
2 groene en 1
De accu is tussen 55% en
rode led bran-
77% opgeladen.
den
1 groene en 1
De accu is tussen 33% en
rode led bran-
54% opgeladen.
den
1 rode led
De accu is tussen 10% en
brandt
32% opgeladen.
Een rood knip-
Accu is voor minder dan 10%
perende led
geladen.
5 GEBRUIK VAN DE MOTOR
Voor verdere informatie: zie de gebruikshandlei-
ding van de grasmaaimachine.
GEVAAR! Levensgevaar door vergifti-
ging. De uitlaatgassen van de motor bevatten
koolmonoxide, dat voor een mens binnen enkele
minuten dodelijk kan zijn.
■
Start en gebruik de motor alleen buiten.
■
Gebruik de motor nooit in gesloten ruimten,
ook niet bij geopende ramen en deuren.
■
Adem geen uitlaatdampen in.
■
Schakel de motor uit wanneer u tijdens het
gebruik misselijk, duizelig of onwel wordt.
Raadpleeg onmiddellijk een arts.
WAARSCHUWING! Brand- en explosie-
gevaar. Benzine en olie zijn zeer gemakkelijk
ontvlambaar. Een brand kan dodelijk letsel tot ge-
volg hebben.
■
Gebruik geen startspray of soortgelijke mid-
delen.
WAARSCHUWING! Gevaar voor verbran-
ding. Draaiende motoren worden tijdens het ge-
bruik zeer heet!
■
Raak tijdens het gebruik nooit onderdelen
van de motor aan, dit geldt vooral voor de uit-
laat.
■
Laat de uitlaat, cilinder en koelribben afkoe-
len, voordat u deze aanraakt.
457869_b
WAARSCHUWING! Gevaar door draaien-
de delen van het apparaat! Als er in draaiende
delen van het apparaat wordt gegrepen veroor-
zaakt dit zeer ernstig letsel!
■
Grijp nooit in draaiende delen van het appa-
raat!
■
Voordat de motor in gebruik wordt genomen
moet de gebruiksaanwijzing van het apparaat
in acht genomen worden.
■
Motor alleen buitenshuis starten en laten
draaien.
■
De motor niet in schuine posities boven 15°
hellingshoek gebruiken.
■
Start de motor uitsluitend wanneer deze hori-
zontaal staat.
■
De machine niet zo ver zijdelings kantelen
dat er brandstof vrijkomt uit de tankdop.
■
Controleer het oliepeil.
■
Lang haar opbinden en sieraden verwijderen.
■
Geen losse kleding dragen.
■
Stevig, antislipschoeisel dragen.
■
Niet de basisafstelling van de motor wijzigen
en niet te snel laten draaien.
■
Bij het starten de veiligheidsafstand in acht
nemen.
■
Schakel de motor uit en laat hem afkoelen,
voordat de tankdop wordt verwijderd.
■
Schakel de motor uit, laat hem afkoelen en
ontkoppel de bougiekabel voordat u de ma-
chine of motor controleert, reinigt of aan het
werk gaat.
■
Voordat u de cilindervinnen en de afscher-
ming aanraakt, moet u wachten totdat de mo-
tor voldoende is afgekoeld.
■
Draai de motor niet zonder bougie door.
5.1
De motor starten en stoppen
OPMERKING Neem de gebruiksaanwij-
zing voor de grasmaaimachine in acht!
OPMERKING De motor heeft een vast in-
gesteld motortoerental. Het is niet mogelijk het
toerental te regelen.
43