ten en de metalen staafhouders van de wisserbladen.
Verwijder de rubberen bladen van het vloerwisser-
frame.
Plaats de metalen staafhouders aan het voorste
blad, om de nieuwe bladen te monteren; plaats deze
daarna op het vloerwisserframe en plaats de bouten
in de gaten van het frame.
Bevestig het achterste blad met de bouten in de
gaten aan het vloerwisserframe; plaats de metalen
staafhouders en vergrendel de bladen door de be-
vestigingsknoppen (foto G - 7) vast te draaien.
Het is normaal dat de achterste band moet worden
uitgerekt om de verbindingsschroeven te centreren.
Dit zorgt voor de juiste spanning om vouwen op de
vloer te vermijden en een correcte droging te garan-
deren.
7.2.4 ZUIGBALK AANPASSING
Draai aan de knop op de vloerwissersteun (Foto G - 6)
om de inclinatie van de vloerwisser met betrekking
tot de vloer af te stellen. De twee schroeven aan de
zijkanten, die verbonden zijn met de achterwielen
van de vloerwisser (foto G - 2), dienen voor het afstel-
len van de druk van de vloerwisser op de vloer.
Als de vloerwisser goed wordt afgesteld, vormt de
achterste wisser bij het glijdend verplaatsen over de
gehele lengte een hoek van 45° met de vloer.
Bij de werking van de machine (vooruit), is het moge-
lijk om met de inclinatieknop en de drukschroeven
(foto G - 6; foto G - 2) de inclinatie en de druk van de
wisserbladen op de vloer af te stellen.
Het drogen met de vloerwisser moet over de gehele
drooglijn gelijk zijn. Vochtplekken duiden erop dat
het drogen ontoereikend was: draai aan de instel-
knoppen om het drogen te optimaliseren
7.2.5 SPATSCHERM MONTEREN EN DEMONTE-
REN
Het spatscherm is aan de borstelplaat bevestigd met
een veerhouder die aan deze borstelplaat verbonden
is. Om het spatscherm te demonteren, dient de veer-
houder te worden losgekoppeld en dient er aan het
spatscherm te worden getrokken.
Om het spatscherm opnieuw te monteren, dient
deze aan de borstelplaat te worden bevestigd en
dient de staalkabel aan de ene kant van de borstel-
plaat en de veerhouder aan de andere kant te wor-
den vastgehaakt.
7.3
TOEBEHOREN
TEREN
(BORSTELS,
SCHUURSCHIJVEN)
Gebruik de machine nooit als de borstels of de pa-
daandrijvers en de schuurschijven niet perfect geïn-
stalleerd zijn.
Monteren:
Controleer of de borstelplaat omhoog staat; anders
optillen volgens de instructies in de betreffende pa-
MONTEREN/DEMON-
PADAANDRIJVERS
ragraaf.
Controleer of de contactsleutel op het bedieningspa-
neel in de stand "0" staat.
Plaats de borstels (of de schijfhouders met schuur-
schijven) onder de borstelplaat; til ze op, leidt ze door
de centreerflens en draai ze tegen de draairichting in
totdat de "klik" voor de aansluiting klinkt.
• De borstelharen mogen niet korter zijn dan 1 cm.
• De schuurschijven mogen niet dunner zijn dan 1
cm.
Werken met sterk versleten borstels of veel te dunne
schuurschijven kan de machine en de vloer bescha-
digen.
Controleer alvorens met de werkzaamheden te be-
ginnen, deze onderdelen regelmatig op slijtage.
Demonteren of vervangen:
Controleer of de borstelplaat omhoog staat; anders
optillen volgens de instructies in de betreffende pa-
ragraaf.
Controleer of de contactsleutel op het bedieningspa-
neel in de stand "0" staat.
Houd de borstels (of schijfhouders) vast met de han-
den onder de plaat. Draai ze in de rotatierichting en
duw ze naar beneden om ze los te maken van de
plaat.
.
7.4
RESERVOIR MET REINIGINGSOPLOSSING
VULLEN EN AFTAPPEN
☞ De temperatuur van het water of van het reini-
gingsmiddel mag nooit meer zijn dan 50 °C.
☞ et reservoir van de reinigingsoplossing pas vullen
nadat deze geheel geleegd is.
Vullen van het reservoir met de reinigingsoplossing:
3 Verwijder de stekker aan de achterkant van de
machine.
4 Vul tot 7 cm onder de rand. Vul niet voorbij dit
punt!
5 Voeg de vereiste hoeveelheid van het chemische
product toe. Houd u aan het percentage dat
wordt aangegeven door de leverancier en raad-
pleeg de productgegevens met betrekking tot de
capaciteit van het reservoir.
6 Gebruik alleen die producten, die geschikt zijn
voor het soort vloer en het te verwijderen vuil.
De machine is ontworpen voor gebruik met
•
niet-schuimende en biologisch afbreekbare
wasmiddelen, speciaal voor schrobdrogers.
Het gebruik van andere chemische producten
EN
(zoals natriumhypochloriet, oxidatiemidde-
len, oplosmiddelen of koolwaterstoffen) kan
de machine beschadigen of vernietigen.
7 Volg de veiligheidsvoorschriften die zijn beschre-
ven in betreffende paragrafen en die op de reini-
gingsmiddelencontainer staan vermeld.
8 Neem contact op met de machinefabrikant om
een volledige lijst van beschikbare en geschikte
126