B: Klopboren
C: Beitelhoek instelling
D: Sloophamer/beitel
De Aan/uitschakelaar
Fig. A
•
Schakel de boormachine in door de
trekkerschakelaar (2) in te drukken.
Schakelaarvergrendeling
•
Zet de trekkerschakelaar (2) vast door met uw
duim op knop (3) te drukken. Schakel uit door
de trekkerschakelaar (2) opnieuw in te
drukken.
Toerentalregeling
•
De omwentelingssnelheid kan traploos
geregeld worden tussen 0 - 950 omw/min. in
Positie 1 en 0 - 4500 omw/min. in positie 2,
door de trekkerschakelaar (2) dieper of minder
diep in te drukken.
Instellen van de maximum
omwentelingssnelheid
•
Schakel de machine aan (trekkerschakelaar
(2));
•
Zet de trekkerschakelaar vast (knop (4));
•
Draai aan wieltje (3) om de gewenste
maximum omwentelingssnelheid in te stellen.
Veranderen van de draairichting
•
Draairichting tegen de wijzers van de klok in:
schuif schakelaar naar "►".
•
Draairichting met de wijzers van de klok mee:
schuif schakelaar naar "◄".
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de
machine in de "boormodus" staat.
Tips voor de gebruiker
Gebruik de machine alleen met een zijhandgreep
die goed bevestigd is – u werkt daardoor niet
alleen veiliger maar ook gemakkelijker en
preciezer.
Hamerboren in beton of baksteen
Voorzichtig: steenboren kunnen heel
heet worden.
Evt. met kleinere boren voorboren en met
nominale grootte uitboren zodat later de plug
vastzit. Bij erg grote boringen, bijvoorbeeld in heel
hard beton, evt. met kleinere boren voorboren en
met nominale grootte uitboren.
Niet met grote kracht op de machine drukken, laat
de machine zelf het werk doen, het volstaat als u
de machine met lichte kracht leidt.
Houd de machine vast met de zijhandgreep. De
boor kan klemmen en de machine zal daardoor
gaan draaien, met name bij diepe boringen.
Beitelen in beton en baksteen
U kunt de machine ook gebruiken om te beitelen.
Controleer voordat u begint met werken of de
front schakelaar en de handvat schakelaar
volledig vergrendeld zijn. Werk niet met de
boorhamer als de schakelaar in de middenpositie
staat.
Ook hier geldt: niet met grote kracht op de
machine drukken, laat de machine zelf het werk
doen, het volstaat als u de machine met lichte
kracht leidt.
4. OnDERHOuD
Zorg dat de machine niet onder
spanning staat wanneer
onderhoudswerkzaamheden aan het
mechaniek worden uitgevoerd.
Deze machines zijn ontworpen om gedurende
lange tijd probleemloos te functioneren met een
minimum aan onderhoud. Door de machine
regelmatig te reinigen en op de juiste wijze te
behandelen, draagt u bij aan een hoge
levensduur van uw machine.
Mankementen
De machine moet regelmatig worden gecontro-
leerd op de volgende mankementen en reparaties
moeten worden uitgevoerd indien nodig.
•
Kabelschade
•
Kapotte schakelaar
•
Kortsluiting
•
Schade aan bewegende delen
Oplossen van problemen
1. De motor draait niet na het inschakelen van
de stroomtoevoer
•
Mankement in de stroomtoevoer.
• Inspecteer de stroomtoevoer.
•
Slecht contact schakelaar.
• Repareer of vervang de schakelaar.
•
Netspanning te laag.
• Te lang/te dun verlengsnoer.
15