NL
Bandenspanning. Het etiket vermeldt
de optimale waarden voor de ban-
denspanning - zie hoofdstuk "0 TA-
BEL TECHNISCHE GEGEVENS".
Een correcte bandenspanning is een
fundamentele voorwaarde om goede
resultaten te verkrijgen bij het gebruik
van de machine.
2.5.1 Zelfklevende etiketten (4)
Indicatie blokkering parkeerrem.
Indicatie inschakeling / uitschakeling
aandrijving (5:A).
Het etiket bevindt zich:
• in de nabijheid van de hendel voor inschakeling/
uitschakeling van de aandrijving.
Indicatie maximumgewicht dat kan
max xxx N (xxkg)
worden getrokken (4:B).
Het etiket bevindt zich:
• in de nabijheid van de trekplaat.
Let op! Gevaar voor brandwonden
(4:C). Kom niet aan de geluiddem-
per.
Het etiket bevindt zich:
• in de nabijheid van de uitlaat;
Let op! Gevaar voor beknelling (4:D).
Houd uw handen en voeten uit de
buurt van de scharnierende koppe-
ling van de stuurinrichting en van de
trekhaak wanneer er een accessoire
is aangekoppeld.
Het etiket bevindt zich:
• in de nabijheid van de scharnierende koppeling
van de stuurinrichting;
• in de nabijheid van de trekplaat.
Beschadigde of onleesbaar geworden
etiketten moeten worden vervangen.
Ga voor nieuwe etiketten naar uw er-
kende servicewerkplaats.
2.6
IDENTIFICATIE-ETIKET
Het identificatie-etiket bevat de volgende gege-
vens (zie afb. 1):
1. Adres van de fabrikant
6
NEDERLANDS
2. Machinetype
3. Geluidsvermogenniveau
4. CE-merk van overeenstemming
5. Gewicht in kg.
6. Vermogen en bedrijfstoerental van de motor
7. Bouwjaar
8. Serienummer
9. Artikelcode
Noteer het serienummer van uw machine in
de hiervoor bestemde ruimte van afbeelding
(1:10).
De identiteit van het product wordt bepaald door
twee onderdelen:
• De artikel- en serienummers op de machine:
• Het model-, type- en serienummer van de
motor:
Gebruik de identificatiegegevens iede-
re keer dat u contact opneemt met de
erkende werkplaats
Het voorbeeld van de verklaring van
overeenstemming staat op de een na
laatste pagina van de handleiding.
2.7
HOOFDONDERDELEN
De machine bestaat uit de volgende hoofdonder-
delen (zie afb. 1):
A. Frame
B. Wielen
C. Stuurwiel
D. Zitting
E. Dashboard
F. Bedieningspedalen
G. Hendel voor het opheffen van aan de voor-
zijde gemonteerde accessoires
H. Motorkap
I. Motor
L. Behuizing zekeringen
M. Accu
N. Brandstoftank
O. Vaste verbindingen voor accessoires
3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Lees deze aanwijzingen aandachtig
door voordat u de machine gaat gebru-
iken.
3.1
ALGEMENE AANBEVELINGEN
LET OP! Lees deze aanwijzingen aan-
dachtig door voordat u de machine
gaat gebruiken.
(Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzingen)