NL
9.2
VOORBEREIDING
Alle service en onderhoud moet worden
uitgevoerd op een stilstaande machine
waarvan de motor is uitgeschakeld.
Schakel altijd de parkeerrem in om te
voorkomen dat de machine wegrolt.
Zet de motor af.
Voorkom dat de motor onbedoeld start
door de bougiekabels los te maken en
de contactsleutel te verwijderen.
9.3
ONDERHOUDSTABEL
Zie hoofdstuk "13 OVERZICHTSTABEL
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN".
Het doel van de tabel is u te helpen om
uw machine efficiënt en veilig te hou-
den. De tabel bevat de voornaamste
werkzaamheden en de intervallen die
er tussen de werkzaamheden moeten
zitten. Voer de betreffende handeling uit
op het moment dat zich het eerst voor-
doet.
Ververs de olie regelmatiger als de ma-
chine onder extreme condities of bij
hoge omgevingstemperaturen wordt
gebruikt.
9.4
BANDENSPANNING
Regel de bandenspanning op de waarden die
vermeld zijn in paragraaf "0 TABEL TECHNISCHE
GEGEVENS".
9.5
BIJVULLEN / VERVERSEN MOTOROLIE
Zie hiervoor ook de bij de machine gele-
verde handleiding van de motor.
9.5.1 Controle / bijvullen (18; 19; 19A)
Controleer het oliepeil iedere keer dat
u de machine gaat gebruiken. Voor
deze controle moet de machine op een
rechte ondergrond staan.
Veeg de omgeving van de peilstok schoon.
Draai de oliepeilstok los en trek deze
omhoog. Veeg de oliepeilstok af.
(18; 19)Duw de oliepeilstok volledig naar
beneden en schroef deze vast.
20
NEDERLANDS
Schroef de peilstok weer los en trek deze
weer omhoog. Lees het oliepeil af.
(19A) Duw de oliepeilstok volledig naar be-
neden maar schroef deze niet vast.
Trek de peilstok weer naar buiten. Lees het
oliepeil af.
Vul olie bij tot de "FULL"-streep als het olie-
peil onder deze markering staat (18; 19;
19A)
Het oliepeil mag nooit boven de "FULL"-
streep komen. Een te hoog oliepeil kan
de motor oververhitten Als het oliepeil
boven de "FULL"-streep staat, dient u
olie af te tappen totdat het juiste peil is
bereikt.
Ververs de olie regelmatiger als de machine onder
extreme condities of bij hoge omgevingstempera-
turen wordt gebruikt.
9.5.2 Verversen/vullen (21)
Zie voor de service-intervallen ho-
ofdstuk 13.
Zie voor het soort olie dat u moet ge-
bruiken paragraaf "0 TABEL TECHNI-
SCHE GEGEVENS".
Gebruik olie zonder additieven.
Ververs de olie wanneer de motor warm is.
Als u de motor meteen na het uitscha-
kelen van de motor aftapt, kan de mo-
torolie zeer heet zijn. Laat de motor een
paar minuten afkoelen voordat u de olie
aftapt.
Ga als volgt te werk:
1. Zet de machine op een vlakke ondergrond.
2. Schakel de parkeerrem in.
3. Open de motorkap.
4. Pak de klem (21:A) op de afvoerslang vast.
Gebruik een verstelbare tang, polygrip of iets
dergelijks.
5. Verplaats de klem 3-4 cm op de afvoerslang
en verwijder de dop (21:B).
6. Vang de olie op in een vat.
LET OP! Knoei geen olie op de aan-
drijfriemen.
7. Volg de lokale voorschriften voor het afvoe-
ren van afgewerkte olie op.
8. Breng de olieaftapplug weer aan en verplaats
de klem zodat deze zich boven de plug be-
vindt.
(Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzingen)