blad (fig.B-C).
32.
2. Afstand B dient minimaal 75 mm. te zijn, waarbij rekening wordt
gehouden met een minimale afmeting van 5 mm. (D) (fig.B-C).
Het zaagblad mag het laserapparaat niet aanraken. Zorg voor het
boren van de gaten dat de minimale afmeting van het gat 5 mm. is.
Waterpas:
1. Maak in het midden van de machine 1 gat van Ø20.5 mm. (fig.B-C).
4.VERWISSELEN VAN BATTERIJEN (fig.1)
Schakel het apparaat uit voordat u begint
De laser dient voor het openen droog te zijn.
Verwijder de 4 schroeven met een schroevendraaier.
Als het openen moeilijk is, dan kunt u de laser van de machine demon-
teren zoals aangegeven bij punt 3.
Verwijder de behuizing en vervang de batterijen door nieuwe (2x AAA 1,5 V).
Kijk nooit rechtstreeks in de lichtbron. Dit kan schadelijk zijn
voor uw gezondheid.
Zorg ervoor dat de behuizing goed aan de deksel bevestigd is en dat
er geen water in zit.
Bevestig opnieuw de vier schroeven.
Draai de schroeven voorzichtig vast, want anders kunt u de behuizing
beschadigen.
Verzeker u ervan dat de deksel correct bevestigd is en dat de afdich-
ting hetzelfde is als in de fabriek. Het deksel dient in contact te zijn
met de behuizing en de mag niet gezien worden.
Onjuiste behandeling van invloed kan zijn op de juiste
werking van de laser.
5.ONDERHOUD
Laser-unit:
Schakel het apparaat uit als u eraan gaat werken.
Controleer regelmatig of uw laser-unit beschadigd is . Als dat zo is,
niet gebruiken. Als de kracht van de laser vermindert, vervang de
batterijen zoals beschreven in punt 4.
Reinig het uitwendig omhulsel met een vochtige katoenen doek.
Gebruik geen reinigingsmiddelen, oplosmiddelen of andere schoon-
maakmiddelen. Periodiek controleren dat de laser goed bevestigid is